Bernlef, Dit verheugd verval
Hoe begin je een blog ? Zeggen dat je net De geheugenhut van Tony Judt hebt gekocht, voor een boekenbon die je hebt verdiend met schrijven. Dat kan. Maar vanmorgen in de badkamer, waar ik vaak mijn beste ideeën krijg, flitste door mijn hoofd dat ik het best kon beginnen met Bernlef. Bernlef is de enige schrijver aan wie ik ooit een handtekening heb gevraagd. Het was op een avond van de SLAH, hier in Heerenveen. Ik stelde hem die avond de vraag: welke rol spelen landschappen bij uw creatieve proces? Fred, die erbij was, verduidelijkte: ziet u, mijn vriend is geograaf. Fred was het ook die een foto van Bernlef en mij heeft gemaakt. Was prachtig geweest boven dit stukje, maar ik kan de foto nergens vinden. Mijn moeder zei vroeger: jij hebt orde in je chaos. Nu even niet.
Het bundeltje waarin Bernlef’s handtekening staat heet Dit verheugd verval. Ik kreeg het van een vriendin uit Gorinchem toen ik het uit wilde maken. Wat een briljant idee, wat een diep inzicht in mijn diepere ik. Een laatste gloeiende sintel van mijn verliefdheid vlamde meteen weer op. We lazen elkaar de gedichten voor die we het mooist vonden. Verwante zielen, we ontdekten het toen.
De bundel begint met dit [cursieve] gedicht.
maar ik, kom ik thuis
en hoe. behangen met snorren, gedroogde boeketten
grammofoonplaten: een bekroonde verzamelaar
of naakt zoals het behoort slechts door het eensnarig
hart begeleid.
dat moet best vrolijk gebeuren en overal en steeds
maar voorwenden –
door het houden van een logboek
het kijken op het kompas
het afstrepen der dagen –
dat er een eind aan de reis komt…
dat ik iets gezien heb…
Wat mij beviel in zijn gedichten, was het bijna sportieve tempo dat hij demonstreerde, zelfs als het om verliefdheid ging. In zijn opvatting was ‘alles materiaal voor poëzie’. Vanaf dat moment wilde ik ook gedichten schrijven. Materiaal zat.
In het volgende gedicht uit dezelfde bundel richt Bernlef zich op een indirecte manier tot mij, lezer.
Achter deze schijnbaar moeiteloze stijl…
In 1 vleugelslag glijdend
de boot begeleiden
tot aan de andere oever
Een staartsluier
nauwelijks bewegen
– zelfs het water rilt er niet van –
volstaat voor de maanvis
om achter een wolk te verdwijnen
Bijna achteloos
vinden jouw ogen de mijne
op het partijtje, een ogenblik
De sprinter Hary
verklaarde dit mij: ‘Achter
deze schijnbaar moeiteloze stijl
verbergt zich een explosie:
jaren getraind voor ik in 1 adem
de 100 meter kon lopen.’
[sevm: Armin Hary was een Duitse sprinter, de eerste ‘blanke’ atleet die de 100 m in tien seconde liep.]
Voor iedereen die graag schrijft een wezenlijke les. Bernlef is geen groot dichter, maar voor mij heel belangrijk. Zonder hem zat ik hier nu niet – en met zoveel plezier – te typen. Het volgende gedicht is een hommage aan Bernlef. Ik schreef het toen ik net gescheiden was. Heb lang moeten denken over een titel: de werktitel was ‘De equilibrist’ [evenwichtskunstenaar]. Uiteindelijk koos ik voor de oplossing van Bernlef.
Diep in het voorjaar
gonsde het van geruchten
op de nieuwe Damstraat
tegen de dijk op
klinkers nog maar net
op hun plaats
werd een paal opgericht
staaldraad gespannen door
zakkend onder eigen gewicht
een koorddanser zou met een motorfiets
tegen de draad oprijden
opgelaten als een vlieger
op weg naar de zon:
hij heette Franz Bügler
naast de dijk
op koel gras
circuskooien op wielen
met aftandse leeuwen
opgeschoten kinderen
als lastige vliegen weg
gejaagd door zigeunertypes
de halsbrekende toeren
bleken uiteindelijk toch dodelijk
in een ander dorp kwam jaren later
Franz Bügler ten val
misschien was het een opluchting –
Dit is het begin.