Repin in het Gronings Museum
“Verder ontdekte Repin dat de Wolga niet zomaar ‘n geografisch begrip is maar ’t symbool van Rusland vormt …”
Rivieren, plaatsen, landschappen zijn nooit ‘zomaar’ geografische begrippen. Het zijn ‘wouden van symbolen’, transformaties naar landschappen van de ziel, metaforen, je schrijft het één (“de werkelijkheid”) en je bedoelt iets anders (hoe breekt mijn prisma zintuigelijke indrukken). “Wie ben ik temidden van dit alles?” Ik ben nog niet de schaduw van de schaduw van Proust, maar Harlingen is mijn Combrai.
Het citaat aan het begin is van de kunstenaar Viktor Ivanov. Hij zegt het in Ilja Repin (1844-1930), Schilder van de Russische Ziel, een film van John Appel. In elk museum kijk ik eerst of er een video is van de tentoongestelde kunstenaar en zijn/haar werk. Ik heb een hekel aan al die borden met zeeën van tekst, die je alleen maar van het eigenlijke werk afhouden. Waar ik ook niet van houd, zijn die draagbare cassetterecorders, een soort blindengeleide hond, maar dan om je nek.
Het blijkt de film te zijn die ik al op tv heb gezien. Zeer de moeite waard, maar nu even niet.
Ik heb bij het binnenkomen al gezien dat er weer veel grijze koppen zijn, één deinende zee van grijze golftoppen overspoelt de zalen. Wat jammer nu, want juist bij Repin moet je dicht bij de werken kunnen staan. Pas dan kan je goed de textuur zien van de verflaag, de vorm en de richting van de penseelstreken en de stofuitdrukking.
Ik merk al snel dat ik veel meer houd van de portretten en tekeningen, dan van de genrestukken en landschappen. De eerste zaal toont, onder veel meer moois, prachtige portretten van de pianist Rubinstein, de componist Glazoenov en van Moessorgsky, wodka-drinker, enkele dagen voor zijn dood. Als je deze zaal uitloopt, sta je oog in oog met barones Ikskoel van Hildenbrandt. De videofilm toont een beeld alleen van haar gezicht, het is net een meesterlijke, levendige foto van een intrigerende jonge vrouw.
Dan sla je linksaf. Hier hangt De Wolgaslepers, mooi hoor, echt waar. Maar het mooist vind ik zijn zelfportret en de schitterende tekeningen die hij als voorstudie van zijn magnum opus heeft gemaakt. Hier is een fenomenaal tekenaar aan het werk geweest. In de volgende zaal hangen prachtige portretten van zijn vrouw en kinderen. Herfstboeket zou zo tussen de impressionisten kunnen hangen. Het schitterende Rust is vooral fantastisch door de manier waarop hij haar kleding heeft geschilderd. Ik wacht tot een grijze golf wegebt en buig me zo dicht mogelijk naar het schilderij.
Het mooist in de zaal linksachteraan vind ik de houtskooltekenig van de Italiaanse actrice Eleonora Duse. “De schijnbaar moeiteloze stijl” van elk groot talent, knalt van het doek. In de gang rechts hangen wat tekeningen en schilderijen van Leo Tolstoj, die een tijdlang bijna naast hem woonde. Zeer tot mijn spijt niet het prachtige portret uit het Tretjakov museum. In de zaal rechtsachter hangen twee bijzondere portretten, De aartsdiaken en De Non. De dichteres Achmatova schreef: “Rembrandt zit in de donkere hoekjes.” Repin zit in de zwarte kleding én in de hoekjes, die ook bij hem vol leven zitten.
In de laatste twee zijzalen kijk ik lang naar het zwierige portret van De Witrus en het geestige Zaporozjekozakken schrijven een brief aan de Turkse sultan. “Is dit alles?”, vraagt Houdtje.
Nee, er is nog een grote zaal in het midden. Hier hangt een ander bekend meesterwerk Onverwacht. Maar ook hier ben ik vooral onder de indruk van enkele potloodtekeningen. De arrestatie van een propagandist, is een meesterlijke tekening.
Na afloop lopen we nog een keer door alle zalen en wijzen elkaar onze favorieten aan. Voor het eerst valt mij nu ook op, hoe schitterend de lijsten zijn. Het is een tentoonstelling om in te lijsten. “De Wolga is gigantisch. Enorm breed, diep en weids.”, zegt een museumgids tegen jonge kinderen in Moskou. Hetzelfde geldt voor het werk van Repin.
De videofilm eindigt met het beeld van een door de sneeuw op ons toelopende oudere Repin.
Onder het beeld klinkt jazzmuziek. Het combineert wonderwel.