Rotterdam 2013

5-12-2013

Naar de stad

We nemen de trein van 09.25 u. Er zijn juist in dit weekend werkzaamheden aan het spoor tussen Amersfoort en Utrecht. We besluiten daarom via Zwolle-Almere-Schiphol te reizen en in Leiden over te stappen. Dat duurt iets langer, maar er speelt zich buiten het raam een andere film af, voor een deel natuuropnamen van de Oostvaardersplassen. We kennen deze route van onze verblijven in Amsterdam-Zuid.

 
Het Centraal Station in Rotterdam heeft een metamorfose [of is het een transformatie] ondergaan. Vroeger was het een test of je tegen existentiële eenzaamheid bestand was, nu is het een reizigersvriendelijk, opengewerkt knooppunt.

 

Het Parkhotel

Buiten waait het als vanouds. Kil is het hier: eerst maar een muts kopen, want we willen ook naar de rivier. Met tram 7 naar het Eendrachtsplein. We checken in met de hotelbon van MaraMark. Lang geleden waren we hier ook, op uitnodiging van Dick [en Alwien] Wulfse, die er directeur was geweest en voor vrienden en relaties een gratis kamer kon regelen in de hoogste toren. Er stond toen nog een gegalonneerde portier voor de deur. Onze kamer [kamer 6086] is op de achtste verdieping van de op één-na-hoogste toren.

 
We bewonderen kort het uitzicht door de gordijnen wijd open te schuiven. Daarna slenteren we via de Oude Binnenweg de stad in. Bij de Bijenkorf koop ik een muts. Vandaar lopen we naar halte de Beurs en nemen de metro naar halte Wilhelminaplein. Hier loop je meteen de Wilhelminapier op, langs de Reus van Rem. Het is een imposant gebouw, dat nog niet klaar is. Rondleidingen zijn volgeboekt tot februari. Rotterdam is een architectuurstad. Hier liep ik meer dan vijfenveertig jaar geleden ook, toen ik korte tijd op de Personeelsafdeling van de HAL werkte. Nu is de Kop van Zuid Manhattan aan de Maas .

 

Intermezzo

Vervoer over zee is het goedkoopst met grote schepen: bulkcarriers en containerschepen. Deze grote en gespecialiseerde schepen zijn duur en verdienen alleen geld als ze varen. Daardoor concentreren de vervoersstromen zich op een beperkt aantal snelle havens met diep vaarwater, en met een centrale ligging ten opzichte van het achterland. Deze mainports breiden zich uit naar zee, naar het diepe vaarwater.

 
De oude havens in de stad, moeten opnieuw worden ingericht, of krijgen een andere functie. Het worden woonwijken, er komen kantoren, hotels en restaurants, culturele voorzieningen en parken. De havensteden propageren wonen aan het water en keren zich naar de rivier en naar de zee. Cruiseschepen leggen aan langs kaden dichtbij het centrum en herinneren aan oude tijden.

 

Hotel New York

We eten garnalenkroketjes in het restaurant van Hotel New York. Dit was ooit het directiekantoor van de Holland Amerika Lijn. Ik heb hier nog de post opgehaald. Het is er levendig. Met de watertaxi steken we de Maas over naar de Veerhaven. Op de kade voor het prachtige Volkenkundemuseum kijken we naar de overkant. Ik moet denken aan een gedicht van Gerrit Kouwenaar, dat hij schreef naar aanleiding van een opmerking van vriend en collega-dichter Remco Campert. Tijdens Poetry International [1992] liepen ze hier langs de Maas.

 
 

Kijk, het heeft gewaaid

 
op het kleine bladstille plein
lagen groene bladeren die er niet hoorden

 
het was een zomer zoals het behoorde
totaal als de oorlog die elders woedde

 
terwijl de stad als een bom lag te dromen
moest er een droom zijn geweest die niet droomde

 
iets om even te schrikken, in woorden, terwijl
de rivier de vrienden voorbijstroomde

 
zij spraken over taalgebruik tandbederf aan
staande doden, schatten de roerloze tegenoever

 
prezen de dag tot diep in het donker, het was
zoals het altijd geweest was –

 

Bierhuis De Pijp

Van de Veerhaven gaan we naar het hotel. We werpen een blik naar binnen bij Loos. In het hotel kleden we ons om en wandelen via de Nieuwe Binnenweg naar De Pijp, in de Gaffelstraat, een begrip onder [ex-]studenten en [oud-]Rotterdammers uit alle lagen van de bevolking. Er is een nieuwe eigenaar, maar voor de rest is alles hetzelfde.

 
Alle gerechten en wijnen staan met krijt op schoolborden aan de muur. Houten tafels met banken, waarop je aanschuift. Er ligt zaagsel op de vloer en de prijzen zijn mensvriendelijk. Ook is er een open keuken: ‘what you see, is what you get’. De chef blijkt Oudehaske te kennen, daar woont familie van zijn vrouw. Houdtje neemt stoofvlees en ik kabeljauw. Toe nemen we een flensje met suiker [H] en gember [ik]. Niet ver achter ons zitten vijf ballerige/brallerige Brabanders van onze leeftijd. Ze kwamen ons net zwalkend voorbij.

 
Terug over de Nieuwe Binnenweg. Een winkelstraat die erg is opgeknapt. Er komen ook steeds meer winkels van jonge allochtone ondernemers. We slapen slecht [ik] en goed [Houdtje] Het uitzicht over de verlichte stad is adembenemend. Er rijden de hele nacht door auto’s.

 

Beschrijving van het uitzicht

Het is zondagmorgen half negen. We kijken uit of neer, op het kruispunt Westblaak-Westersingel: het Eendrachtsplein [links beneden]. De zon staat achter de Reus van Rem en de Erasmusbrug en wordt weerkaatst, een gouden vlam, in de ramen van het Robecokantoor [recht voor]. In Amerikaanse steden vormen de hoge gebouwen het centrum [CBD], hier staan de hoge gebouwen rondom het centrum. De Lijnbaan en de flats er vlak achter zijn betrekkelijk laag.

 
Ik zie/herken [op 13:00 uur] de bovenkant van de Nieuwe Willemsbrug- het mooie kantoorgebouw De Maas- de bovenkant van De Hef- het kantoorgebouw van Nedlloyd- drie identieke woonflats- De Boeg, het Nationaal Koopvaardijmonument- de Maastoren, de hoogste toren van Nederland-de Erasmusbrug- twee torenflats, met daartussen, net zichtbaar, de Reus van Rem [het gebouw heet Rotterdam]-en, half verscholen, Montevideo, dat uittorent boven hotel New York [niet te zien, want te laag]-het World Port Centre en daar eindigt mijn blikveld.

 
En dan naar links: een hele reeks kantoortorens langs de Coolsingel tot aan het Hofplein [Robeco, Allianz, ABN AMRO] met daartussen, op 11:00 u, de St. Laurenskerk-meer naar links, met tussenruimten naast elkaar, een paar heel mooie gebouwen van glanzend metaal en glas, langs de Weena- en ten slotte nog meer naar links de Milleniumtoren en Delftse Poort, het kantoorgebouw van de Nationale Nederlanden.

 
Rechts beneden: de wand met fraaie witte gebouwen aan de Westersingel, met daarin de ingang naar de Witte de Withstraat, een omhoog geschreven straat met trendy café’s/bars, restaurants en galerieën.
Aan de ingang, in grote witte neonletters:

 
D
W WITTE E
I
T
H

 
Midden in de straat, op de gevelhoek van een vroeger mediterraan restaurant de neontekst: ‘in alles is [hoek om] een oogopslag’.

 
Rotterdam is niet bang voor hoogbouw. Kijken naar het stedelijk silhouet vanaf de achtste verdieping is een les in grootstedelijke architectuur .
Om 10:15 u begint het klokgelui van de Remonstrantse kerk schuin tegenover Boymans van Beuningen. Het versterkt de bijzondere sfeer van een zondagmorgen in een grote stad. Vanuit de lifthal uitzicht over het NAI [=Nederland Architectuur Instituut], de museumtuin, Dijkzigt/Erasmus MC en de havens in het westen.

 

Kokoschka

Na een fantastisch ontbijt gaan we tegen elven naar het museum Boymans van Beuningen, voor een tentoonstelling met werk van Kokoschka.

 
Er is een uitvoerige tv-documentaire te zien: Kokoschka, een zelfportret [1966], waarin K opmerkingen maakt over de structuur van de ruimte. Het gevoel voor ruimte wil hij oproepen/weergeven door kleuren. Zijn landschappen zijn geschilderd vanaf een hoog standpunt.

 
De opstelling van de expositie is ruim, overzichtelijk. Er staan uitstekende teksten op de ronde zuilen, die elk bij een thema staan.

 
In zijn portretten gaat het K om de innerlijke beleving, het ‘onbewuste’ [toch had hij een hekel aan Freud]. De expressie zit hem vooral in het gezicht en de handen; lichaamstaal en lichaamsbewegingen boeien hem zeer.

 

Fotomuseum

Met de M naar halte De Beurs, daar overstappen, en dan naar halte Wilhelminaplein.
We willen naar het Nederlands Fotomuseum. Er is een tentoonstelling: WIT

 
Het begint goed. Aan de eerste de beste wand hangt een Schoonhoven. En in een glazen vitrine lees ik:

 
Yra van Dijk
Leegte, leegte die ademt
Het typografisch wit in de moderne poëzie

 
[ik moet ineens denken aan Hoe wit kijkt een Eskimo van Bernlef] Er liggen ook opengeslagen bundels van Paul van Ostaijen.

 
De tentoonstelling overtuigt niet, ook al is er werk te zien van goede kunstenaars als Jan Schoonhoven, Marlene Dumas, Luc Tuymans [Het zieke licht van Tuymans, wie zei dat ook al weer?] en Berend Strik.

 

Hotel New York revisited

We hebben gereserveerd bij New York. Op zondagmiddagen is het altijd druk. High tea is in de mode. Het eten is lekker. H neemt een mediterrane vissoep vooraf en daarna garnalenkroketjes. Ik neem vooraf een avocadosla met tomatensalsa en als hoofdgerecht beef teriaky. Met een grote snelle watertaxi terug naar de Veerhaven. Deze keer nemen we tram 7 naar het Eendrachtsplein.

 

De stad uit

We halen onze bagage uit de kluis van het hotel. In de lobby worden we herkend door de ballen uit De Pijp, die hier kennelijk ook logeerden. Het blijken aardige ouwe jongens te zijn, die vanmiddag naar PSV-Feijenoord [1-3] zijn geweest. Ik was weer snel in mijn oordeel. Moet ik toch eens iets aan doen.

 
Met tram 7 naar het station. Kaartjes kopen en via leiden weer terug. Het is mooi geweest.



© 2015 Sjoerd van Meteren
top