Rashomon
Er zijn films die een onuitwisbare indruk op me hebben gemaakt. Hoe vind ik ze nu? Blijven ze overeind? Ik wil niet alleen de beelden herkennen, maar ook ‘weten hoe het de vorige keer met mijn ziel was.’ Je waardering voor een film hangt sterk af van de stemming waarin je deze ziet, en waar en met wie. ‘Alles verandert als het hart verandert.’ (Jules Vuillemin, Venetië een spiegel)
Rashomon (1950) van de Japanse regisseur Akira Kurosawa is een belangrijke film: door de flashbackstructuur, de vernieuwende fotografie en de filosofische dimensie ervan. Rashomon verbeeldt het proces tegen een beruchte bandiet, Tajomaru, die in een bos een echtpaar heeft overvallen. Hij verkracht de jonge vrouw en doodt haar man, een samoerai. Vier getuigen van deze misdaad geven elk hun eigen, tegenstrijdige versie van de feiten.
Bestaat er wel zoiets als een objectieve waarheid? Op deze filosofische vraag baseert Kurosawa de plot van zijn film. Volgens Joseph Brodsky hangt de kracht van een verhalende tekst niet af van het verhaal zelf, maar van wat volgt op wat. Kortom, het gaat om de vertelstructuur – en het ritme. Juist hierin toont Kurosawa zijn originaliteit.
In het begin van de film ontmoeten we drie personages die voor de moessonregen komen schuilen onder de Rashomonpoort: een houthakker, een priester en een cynische man. De houthakker begint het verhaal te vertellen van het proces tegen de bandiet Tajomaru, waarin hij als getuige betrokken was. Hij was het die de vermoorde samoerai vond in het bos en de politie heeft verwittigd.
In vier lange flashbacks zien we vier uiteenlopende versies van hetzelfde verhaal. De bandiet, de vrouw en de samoerai hebben elk een dieperliggend motief om het verhaal op hun manier te vertellen (wraak, eer, angst). In de loop van de film wordt duidelijk dat de houthakker alles heeft gezien. Maar ook hij blijkt een verborgen motief te hebben om de waarheid te liegen. En dat is volgens mij de crux van de film.
Het ogenblik waarop je als toeschouwer beseft dat de houthakker als getuige ongeloofwaardig is, is een ‘magistrale beweging het personage in.’[…] ‘zonder de beweging het personage in, dat wil zeggen zonder inzicht in wat het personage verbergt, geen drama.’ (Willem Jan Otten) Nee, zegt Kurosawa, er is geen objectieve waarheid. Ik vind het nog steeds een meesterlijke film.