C’eravamo tanto amati
C’eravamo tanto amati (1974) van Ettore Scola is een film om van te houden. De film behandelt de thema’s liefde en vriendschap, en wat er overblijft van idealen, en boeit vooral door de ingenieuze manier waarop hij de naoorlogse geschiedenis van Italië weet te vervlechten met die van de Italiaanse film.
De band tussen leven en film is sterk in Italië. Filmers nemen bewust de [Italiaanse] realiteit als uitgangspunt. ‘Een filmer moet […] als hij beelden wil creëren waar leven in zit, altijd de vinger aan de pols van de werkelijkheid houden’, volgens regisseur Lattuada. En dit werkt ook andersom: als je erop let, zie je veel Fellini in het Italiaanse straatleven.
Het verhaal is snel verteld: drie verzetsvrienden, Antonio, Nicola en Gianni, trekken na de oorlog één voor één naar Rome, om te gaan bouwen aan het ‘nieuwe’ Italië. De één wordt ziekenverpleger, de tweede beroepscinefiel en de derde advocaat. Ze worden verliefd op dezelfde vrouw Luciana (Sandrelli), en gaan vervolgens hun eigen weg. Als ze aan het eind van de film nog één keer samenkomen, is de toekomst ongemerkt voorbij. ‘We zouden de wereld veranderen, maar die heeft ons veranderd’, stelt intellectueel en filmgek Nicola (Satta Flores) vast.
Basis van deze film is een briljant scenario, dat Scola schreef samen met anderen. Zelf zegt hij hierover: ’Een scenarioschrijver schrijft voor acteurs die zinnen moeten uitspreken. Je hebt respons nodig, om na te denken, om erover te praten, om dialogen hardop uit te spreken, voor het ritme, voor de pauzes’.
Dan is er de vindingrijke enscenering: experimenten met vorm (let op het intro), met de overgang van zwart-wit naar kleur, het uitlichten van het centrale personage. Ook zit de film vol verwijzingen naar andere films. Zo zien we tijdens een rit met ziekenverpleger Antonio (Manfredi) langs de Trevi fontein hoe Fellini daar La dolce vita opneemt. Met de echte Fellini en de echte Mastroianni.
Ten slotte wordt er schitterend gespeeld. ‘In feite is de acteur de toetssteen van de Italiaanse film’, stelt een criticus. Kijk eens hoe weergaloos Gianni (Gassman), steenrijk geworden carrièrejager, aan het slot een parkeerwachter speelt. Bas Blokker vergelijkt de film met Fellini’s meesterwerk Amarcord. Hij schrijft: ‘Als zulke films iets laten zien, is het dat kunst vorm geeft.’
[ca. 380 woorden]