Düsseldorf 2014

13-04-2015

Dusseldorf bijgesneden

donderdag 3 juli

 

Hotel Villa Achenbach in de Achenbachstrasse is een statig herenhuis van vier verdiepingen uit het begin van de vorige eeuw. Er is geen lift, maar een centraal trappenhuis. Er staan twee grote, grijze stenen [Hollandse] leeuwen naast het bordes. Ook het beslag van het onderste deel van de voordeur wordt gevormd door een leeuwenkop en in de vloerbedekking op elke verdieping ten slotte, is een grote leeuwenkop geweven. De inrichting oogt klassiek, zeg ouderwets. Met oude kastjes, lampen en matig geschilderde genrestukjes, zoals jachttaferelen en ontvoeringen van mollige blote vrouwen door harige types te paard.

 

De omgeving doet sterk denken aan Berlijn, aan de wijken waar Sie Liong en Helma wonen/woonden: mooie lanen met bomen.

 

We arriveren rond half twee, nadat we waren vertrokken rond half tien [met twee tussenstops: vlak voor Venlo en vlak voor Düsseldorf]. De binnenkomst in Düsseldorf is mooi, over de Rijnbrug, met rechts de Medienhafen. De tomtom wijst ons een andere weg door de stad dan google maps [via B7 en B8, de binnenringwegen].

 

De kamer [37] ligt op de tweede verdieping aan de voorkant en is efficiënt ingedeeld en hoog, daardoor ruim. De badkamer is heel mooi.

 

Na een paar uur steken we de grote straat over naar de Hermannstraat in Flingern-Nord, wijk in opkomst [galerieën, café’s, restaurantjes, vintagewinkeltjes, de eerste yuppen]. We lopen langs Le Chat Noir en La cucina vitale, en belanden bij toeval op het terras van NOOIJ op de Lindenplatz, een driehoekig plantsoentje op de hoek van enkele straten. Wat een ontdekking! De eigenaar [René] blijkt een Nederlander uit Monnickendam, zijn partner uit Hamburg [Johannes] spreekt Duits/Nederlands. Deze plek wordt de spil van ons verblijf.

 

We drinken vruchtensap en eten choco-kersentaart met slagroom. Daarna doorkruisen we de straten. We drinken wat bij Eisfabrik Nordmans en besluiten daar om te gaan eten bij NOOIJ. [We hebben al gereserveerd voor zaterdagavond 21:00 u, met het oog op Nederland-Costa Rica op een groot tv-scherm]. Het eten is heel goed: roulade van konijn met abrikozen, wortels en polenta met een heerlijke jus. Ook de wijn is uitstekend: een [Duitse] Sauvignon Blanc en een Nero d’Avola. H drinkt een Spritz met Apérol. Het is vol op het terras, het publiek is gemengd en enigszins alternatief.

 

Het is nu 21:00 u. We zijn moe en gaan slapen. Morgen willen we naar Insel Hombroich. Waarschijnlijk met de auto, want met het openbaar vervoer is het een mijl-op-zeven. We zijn nieuwsgierig, wat voor gasten hier verblijven. De bedrijfsleider lijkt me een Rus, het personeel internationaal.

 

Het was vandaag warm in de straten, Zuid-Europees warm.

 

vrijdag 4 juli

 

Het is vroeg al heel heet, 30 graden. Heerlijk ontbijt in de ‘studeerkamer’. Vanavond speelt Duitsland tegen Frankrijk. We willen ergens in de buurt gaan kijken. Maar nu eerst naar Neuss, naar Insel Hombroich.

 

We schakelen de tomtom in. Het apparaat is niet altijd even duidelijk in zijn instructies, waardoor je nogal makkelijk verkeerd rijdt. Gelukkig herstelt het zijn fout zelf.

 

En dan eindelijk: Insel Hombroich. Van een rivierterras daal je via trappen af naar het ‘Ensemble aus Landschaft, Architektur und Kunst’. Het uiterwaardenlandschap [Erftaue] is indrukwekkend [‘zo is het paradijs misschien’] Veel bomen, poelen, strengen [oude rivierlopen] en een zeer gevarieerde plantengroei. De gebouwen van baksteen zijn mooi geïntegreerd in het landschap en strak. Wat mij erg bevalt, is het ontbreken van teksten en van een kunsthistorische chronologie. Je mag en moet vooral zelf goed kijken en vergelijken. Ook zijn er geen suppoosten. We zijn vroeg en hebben de tijd en ruimte alles goed te bekijken. Eén ding valt me wel op [en mij niet alleen]: de bewegwijzering is onduidelijk. Een van de gebouwen heet het Labyrinth, maar die term slaat ook op delen van het terrein. De gratis lunch stelt niet veel voor: biologisch-dynamisch gezondheidsvoedsel. Geen koud biertje te krijgen, alleen lauw water met koolzuur, terwijl het meer dan 30 graden is.

 

Wat verder? Ik zie voor het eerst een flink aantal werken van Kurt Schwitters: schilderijen en collages. En het valt me niet mee. Het kan aan mijn stemming liggen, maar eerlijk gezegd verveelt het me. Ook vervelend vind ik het werk van een kunstenaar/lasser – ook nog bevlogen – wiens uitdragerij is nagebouwd en die van die grote, roestige stalen figuren maakte. Geef mij dan maar Arp, die me nooit teleurstelt. Mooi vind ik [de kunst in] het Labyrinth, de Schnecke en het Zwölfräume-Haus. Het abstracte werk boeit me meer dan het figuratieve, tenzij het van de [talentvolle] meesters is. Vooral abstract geometrisch en minimalistisch werk spreekt me aan, juist door de tegenstelling tot de zeer aanwezige natuur buiten. Dat vind ik een mooi idee hier, die wederzijdse doordringing van natuur en kunst/cultuur. Houdtje koopt de catalogus.

 

Daarna naar de Langen Foundation, op een voormalige raketbasis. Het mooie tentoonstellingsgebouw is voor een groot deel afgesloten; wel is er een expositie Light and Air van werk van Otto Piene, één van de grondleggers van Zero. Ook in Duitsland [zelfs in de galerieën in de buurt van ons hotel] zie je de terugkeer van niet-expressionistisch werk: Zero en abstracte geometrie.

 

De terugreis verloopt voorspoediger. De tomtom is beter te volgen. Het is nu half vijf. De hemel is betrokken geraakt, gelukkig is het niet meer zo drukkend warm. Alles is in afwachting van Duitsland-Frankrijk. We willen ons straks in het gewoel storten, de straat op. Nu eerst een korte pauze met een koel biertje.

 

Naar NOOIJ. We kijken op het terras naar het grote scherm en leven mee met de Duitsers. Daarna blijven we om wat te eten. We hebben het gevoel dat we hier al heel lang zijn, dat we hier intussen bijna wonen. H eet een auberginetaart met kerrie, kikkererwten en een frisse salade, ik neem saltimbocca van Steinbeisser [een riviervis] met gesmoorde groenten en gebakken aardappelen. H drinkt een Spritz en ik de Sauvignon Blanc en de Nero d’Avola. Samen nemen we één kersentaart met chocola en slagroom toe.
Na afloop pinnen we geld [H] en wandelen langs Le Chat Noir [Frans-Duits!!!] naar ons hotel. Het is nu een uur of tien en we zijn moe. Brazilië-Colombia eindigt in 2-1 en Neymar krijgt met opzet een knie in zijn rug. Schandalig.

 

zaterdag 5 juli

 

Met de tram [bijna elke tram is goed: 703, 712 en 713] naar de Heinrich Heine Allee [6 haltes]. We lopen naar de Carlsplatz. Hier is een permanente markt. Wat een keuze aan groenten en fruit, de lekkerste broodsoorten en vleeswaren. Dat vind ik – tot mijn spijt – echt Fries: alles zo eenvoudig, zo weinig keus, dat het schraal wordt. In Friesland vind je minder ‘Feinschmecker’ dan in – bijvoorbeeld – Amsterdam. Er is hier in Heerenveen bijvoorbeeld niet één fatsoenlijke groentenboer, sinds Muntendam ermee is gestopt.

 

Heerlijke koffie [de beste in de stad] en een taartje bij Reich [let op de naam]. Daarna verder gewandeld via de Bilkerstrasse, Bastionstrasse, Anna-Maria-Luisa-Medici-Platz, Bäckerstrasse tot aan de hoek van de Citadellstrasse. We drinken wat bij Zicke [populair bij jongeren en toeristen]. En toen begon het te regenen. Even gewacht tot het droog werd, maar dat werd het niet [warmtefront]. Nog even doorgelopen tot de Rheinpromenade, langs het Filmmuseum. Vervolgens in up tempo naar K 20.

 

We boffen: dit is het laatste weekend van de tentoonstelling Kandinsky-Malevitsj-Mondriaan en [de betekenis van] het wit. Voorbeeldige opstelling [zie achterin het boekje]. Links K, in het midden Ma en rechts Mo. En van voor naar achter chronologisch, je volgt letterlijk hun ontwikkeling in de tijd. Eén werk per [verplaatsbare] wand. Weinig tekst, alleen op een muur bij de ingang en in afgesloten ‘ruimtes’. Niets om je van het kijken af te leiden. Wel een voorbeeldig gidsje met verhelderende teksten en gegevens. Zo hoort het.

 

Daarna wat gegeten in het restaurant er schuin tegenover: farfalle [= vlinderpasta] met cantharellen en room [H en ik]. H water en ik Sauvignon Blanc.

 

Weer overgestoken voor de vaste collectie [eerst de tweede verdieping en daarna de eerste, met de Amerikanen]. Dezelfde ervaring als gisteren. K. Schwitters, Max Ernst en Yves Tanguy kunnen me niet boeien. Ik heb het voorlopig gehad met de dadaïsten en de surrealisten [enkele belangrijke uitzonderingen daargelaten]. Wel volop genoten van L. Fontana [verticale zwarte sneden in een wit vlak], Giacometti, Francis Bacon. En van de Amerikanen Rothko, Pollock [groot doek] en Rauschenberg. Over de Duitsers kan ik nog niet goed oordelen: Baselitz, Lüpertz, Richter. Alleen Beuys, en ik weet dat ik nu enkele vrienden kwets, vind ik zwaar overschat.

 

We lopen terug naar de Heinrich Heine Allee. Met lijn 712 [richting Ratingen Mitte] naar halte Lindemannstrasse; lijn 703 [richting Gerresheim] had ook gekund. Het is nu half zes. Zo dadelijk België-Argentinië. We kijken op onze kamer. Het eindigt in 0-1. Na half acht is het weer flink gaan regenen. We gaan zo weg.

 

Weer een heerlijke avond bij NOOIJ. Binnen staat het scherm voor ons klaar. We hebben een tafeltje met prima zicht. We nemen allebei de roulade, water en Sauvignon Blanc en Nero d’Avola. Ik neem een crême brulée met cocos en ananas-ijs toe, en een espresso.

 

De wedstrijd is ongelofelijk frustrerend. Nederland creëert veel meer kansen, maar stuit op een doelman met enorme reflexen, en op de paal én de lat. Van Persie is overijverig, maar weinig effectief. Vlak voor de verlenging gaan we weg. We nemen afscheid van Johannes. Over een half uur kijken we wel in het hotel, hoe de verlenging is afgelopen. Een eventuele strafschoppenserie willen we niet zien.

 

Na de verlenging is het nog steeds 0-0. De Duitse verslaggever heeft het over de geweldige tactiek van de coach van Costa Rica, waardoor het gelijkspel en de beslissende penalties ‘irgendwie’ gerechtvaardigd zijn. Wat een gotspe.

 

Nederland heeft gewonnen. We horen vlakbij een doffe vuurwerkknal en verder weg het gefluit van enkele vuurpijlen. De grens met Nederland is niet ver weg.

 

zondag 6 juli

 

De laatste dag. Nog één keer het fantastische ontbijt. Daarna met de tram naar de halte Heinrich Heine Allee. We lopen vandaar naar K 21. Het ligt aan de zuidrand van een schitterend park en kijkt uit op een meertje. Het neoclassicistische gebouw is omgebouwd tot een modern museumgebouw en het resultaat is overweldigend. Het eerst half uur bewonder ik de architectuur/het interieur.

 

Ik vraag me af of er wel genoeg kunst en horeca is om alle gebouwen te vullen die hun oorspronkelijke functie hebben verloren. De werken worden, dat zie je ook hier, een bijzondere uitleg van het begrip arte povera. Gebouw op zoek naar kunst, denk ik regelmatig. Het ‘museum’ van Marcel Broadthaers kan me wel bekoren. Als je talent hebt, kun je ook als conceptuele kunstenaar bijzonder werk maken.

 

In de kelder is de expositie: ‘Unter der Erde. Von Kafka bis Kippenberger’, over de utopische en dystopische aspecten van het ondergrondse. Hierbij speelt het materiaal grond een centrale rol. Veel beter dan wat er boven wordt getoond, maar niet uitzonderlijk. Wat wel exquis is, is een tafeltje met een keus van meesterwerken over ‘ruimte’. Ik word er hebberig van.

 

We gaan wat eten en drinken in de Pardo Bar in het museum. Ze kunnen het beter de Paddo Bar noemen, want er is een psychedelisch bardecor. Houdtje neemt een flammkuchen met zalm en spinazie en ik een visrisotto. Een glas Grüner Sylvaner erbij.

 

Op de terugweg begint het kort en hevig te regenen [een koufront]. We nemen lijn 712 terug. Nog even op het terras van de Eisfabrik afscheid nemen van de wijk. Onvoorstelbaar wat daar aan ijs wordt verorberd. Het begint opnieuw hard te regenen. Nadat het weer droog is, gaan we onze koffers halen in het hotel. We nemen afscheid van de – inderdaad Russische, hij komt uit Moskou – bedrijfsleider. We zijn het roerend eens over de kwaliteiten van de Nederlandse voetballers [Sneijder is misschien nog wel een betere en completere voetballer dan Robben en Van Persie].

 

Met de tomtom aan rijden we om half vijf weg. We nemen de weg via Oberhausen-Arnhem-Apeldoorn-Zwolle [en niet via Venlo]. Om half acht zijn we thuis, na een korte stop vlak voor Apeldoorn. Deze weg is korter en makkelijker.

 

Nooij, om nooit te vergeten.



© 2015 Sjoerd van Meteren
top