Het Noordelijk Filmfestival 2008

16-12-2008

Het Noordelijk Film Festival 2008 droeg duidelijk het stempel van Miryam van Lier, die als artistiek leider Anneke van Renssen heeft vervangen. Dat laatste is geen sinecure. Van Renssen is voor de vele trouwe bezoekers de verpersoonlijking van dit ontmoetingsfestival, dat als kern heeft: mooie filmhuisfilms en voorpremières. In haar voorwoord bij de fraaie catalogus wenst Van Lier ons een ‘grensverleggend festival’ toe. En dat was het zeker.

 

Zo heeft Van Lier het kernthema, de ‘regio’, uitgebreid tot buiten de grenzen van Europa (Midden-Oosten en Azië). Verder heeft ze het thema uitgediept met retrospectieven rond drie opmerkelijke filmmakers: Marjoleine Boonstra, James Benning en Volker Koepp. En dan is zij ook nog een nieuwe weg ingeslagen door een podium te bieden aan ‘nieuwe media’ en experimenten.

Film en geografie

 

Als filmliefhebber én geograaf heb ik mijn ogen uitgekeken. In het politiek-geografische meesterwerk La Politique des États et leur Géographie maakt de Franse geograaf Jean Gottmann (1915-1994) duidelijk dat alle geografie uiteindelijk politieke geografie is, over het trekken van grenzen gaat en daarmee over regionaliseren. De verdeling van de geografische ruimte leidt tot de politieke wereldkaart. Dat deze kaart echter geen statisch gegeven is, wordt duidelijk als je denkt aan de Balkan of de voormalige Sovjetunie.

 

Kernbegrippen in zijn werk zijn ‘de cloisonnement’ oftewel de verdeling in schotjes, waar de wereld nog steeds onder lijdt. En in de tweede plaats ‘de iconographie’ : de onontwarbare knoop van (positieve en negatieve) symbolen die de regionale identiteit bepalen. (*1) Deze symbolen zijn diep geworteld in zowel de cultuur, dus taal, religie, soort voedsel, vlag, volkslied enzovoort, als in de gemeenschappelijke geschiedenis. Maar ook landschappen – en daar gaat het mij om – hebben een grote, symbolische betekenis. In de culturele geografie kennen we de iconografie van het landschap, welk begrip verwijst naar het landschap als drager van betekenissen.

James Benning

 

De films van James Benning gaan over kijken en luisteren en over het Amerikaanse landschap, het object van al die aandacht. De schrijver K. Schippers, die mij heeft leren kijken door zijn prachtige essaybundels, spreekt in De berg en de steenfabriek van de ‘dikte van het zien’: ‘De schakeringen van het licht, de verschillen tussen tien over een en tien over half drie ‘s middags, we zien ze niet, walsen al die tijdstippen samen in het dikke woord licht.’ (*2)

 

De film 13 Lakes is opgebouwd uit statische shots van dertien Amerikaanse meren van elk 10 minuten (de duur van een 16 mm filmrol), van elkaar gescheiden door 8 seconden zwart beeld. Op momenten dat mijn gedachten even afdwaalden, moest ik denken aan Schippers’ pleidooi voor aandachtig kijken. ‘Ook in deze film zet Benning de lengte van het shot, de fysieke duur van het kijken, nadrukkelijk in als voorwaarde om ruimte te kunnen begrijpen’, schrijft Van Lier in de catalogus. (*3)

 

De [meditatieve] films van Benning zijn een eye-opener voor de werkelijkheid, voor de prachtige decors die ons voortdurend worden voorgetoverd door zon, wind en wolken, voor wat het licht doet met het [stads- of natuur]landschap en voor wat het landschap doet met het licht. Als we maar met aandacht kijken. En luisteren. Want door geluiden trekt er diepte in het beeld.

Perceptie

 

Dana Linssen leidde de film Los in. Zij filosofeerde over de relatie tussen tijd en ruimte in de films van Benning: hoe die voortdurend om elkaar heen cirkelen. Hoewel elk shot even lang duurt, ervaren we de lengte van de verschillende shots toch anders. Tijd is relatief, stelde ze vast. Met de relativiteitstheorie in haar achterhoofd, suggereerde ze speels de formule: tijd x ruimte = film. Vervang film door landschap, dacht ik, dan worden tijd en ruimte ‘tastbaar’.

 

Los is een reis door de horizontale en verticale landschappen van Greater Los Angeles. In 35 opnames van elk 150 seconden toont Benning ons niet de betoverende buitenkant, maar locaties die de machinerie, de ‘interne’ werking van het grootstedelijke gebied vormen. In films als 13 Lakes en Los maakt Benning de kijker vooral bewust van zijn perceptie van landschappen en laat hij de betekenisgeving betrekkelijk vrij. Elk nieuw shot maakt duidelijk hoezeer vooroordelen en voorkeuren bepalen wat we zien en horen.

Iconografie

 

In Four Corners sluit Benning veel meer aan bij het landschap als drager van betekenis en symbolen, van de iconen van de Amerikaanse samenleving, cultuur en geschiedenis. De overweldigende schoonheid van het Amerikaanse landschap koppelt hij, direct of indirect, aan Amerika’s politieke heden en verleden. Wie op YouTube video-filmpjes met als titel ‘America the beautiful’ (*4) bekijkt, ontdekt hoezeer landschap, politiek (patriottisme) en religie in Amerika verbonden zijn.

 

In Bennings iconografie van het Noord-Amerikaanse continent speelt de sense of place een centrale rol. De politieke, sociale en economische processen die mét natuurlijke (klimatologische, geologische) invloeden aan een regio in de loop van de tijd zijn particular geography hebben gegeven, liggen vaak al besloten in het kader dat Benning kiest. Het vraagt tijd om deze unieke kenmerken te ontwaren; tijd om te kijken en te luisteren.

Volker Koepp

 

Een film van Benning die ik niet heb gezien, is Landscape Suicide, die je kunt beschouwen als variant op Armando’s schuldige landschappen. Miryam van Lier merkt over deze film op: ‘[…] hoe geografische locaties, momenten in de geschiedenis en onze persoonlijke ervaringen en valkuilen vaak [..] onlosmakelijk met elkaar verknoopt zijn.’ (*5) Dit gaat zeker op voor de hoofdpersonen uit de documentaires van Koepp.

 

Afkomstig uit de voormalige DDR, filmt Koepp vooral in het grensgebied tussen Duitsland, Polen en Rusland. Daar zijn, door het voortdurend verschuiven van de ‘schotjes’, allerlei migratiestromen op gang gebracht. Mensen werden gedeporteerd, gedwongen te emigreren of te immigreren, of keerden vrijwillig terug. Het resultaat is een heterogene, multiculturele bevolking. In zijn docufilms ‘destilleert [hij] grote verhalen uit kleine bekentenissen en schitterende observaties.’ (*6)

Ooggetuigenverslagen

 

In Herr Zwilling und Frau Zuckermann bezoekt de 70-jarige Mathias Zwilling elke avond de twintig jaar oudere Rosa Zuckermann. Hij leest haar stukjes voor uit de krant, ze kijken televisie of halen herinneringen op aan hun woonplaats Czernowitz. Ze maken deel uit van de kleine groep joden uit dit – nu Oekraïense – stadje, die de concentratiekampen heeft overleefd. Zwilling is een pessimist ‘die helaas maar al te vaak gelijk heeft’. Zuckermann is een onbreekbare optimist, hoewel ze het als ‘treurig vonnis’ beschouwt, negentig jaar in de twintigste eeuw te hebben geleefd.(*7) Wat mij vooral opviel, was de enorme souplesse en de innerlijke kracht van deze mensen. En ook, hoe het onderhouden van een eigen cultuur een manier kan zijn om te overleven.

Landschap van de geest

 

In Kalte Heimat zien we portretten van een aantal mensen in het vroegere Oost-Pruisen, met wortels in verschillende culturen, talen en regio’s. De hoofdstad Königsberg, de stad van de filosoof Kant, is door de Russen omgedoopt in Kaliningrad. Tussen de vraaggesprekken door, toont Koepp beelden van het landschap, niet als decor of rustmoment, maar als drager van betekenis. De (grens)rivieren, kusten, bossen en landerijen verbeelden diepere gevoelens van verbondenheid, maar ook van verlies. De geluidsband speelt een essentiële rol: ‘Koepps Mikrophone sind immer offen für die Geräusche des Windes, der Bäume, der Vögel und Insekten. So genau hat der Kinozuschauer nicht mehr hingehört, seit er Kind war und alles um ihn neu und spannend.’ (*8)

Beelddichters

 

Een nieuw onderdeel van het festival was het programma ‘Beelddichters’, waarin nieuwe multimediale literatuurproducties werden vertoond. Er zijn steeds meer dichters die films maken en er worden ook steeds vaker gedichten gemaakt naar aanleiding van films. Ik wil in een volgend nummer van de Moanne uitvoerig ingaan op de relatie tussen film en poëzie in het werk van Elmar Kuiper.

 

Twee filmpjes van beelddichters sloten naadloos aan bij de films van Benning. Allereerst Fragminten van Jan en Romke Kleefstra en anderen. Volgens de catalogus: ‘Een statement tegen het lawaai om ons heen, verbeeld in een rustig kabbelende zee. […] Slechts minimale beeldveranderingen geven de verstilling een extra dimensie.’ En dan Have van Gert Wijlage: ‘Kijkend naar de grijsblauwe hemel door een opening in het gebladerte verandert er nauwelijks iets in het beeld.’ (*9)

 

Een prominente rol speelde Sytse Jansma. Zijn animatiefilm In seemansferhaal heeft de allure van de eerste gitaarsolo’s van Britse groepen uit de jaren ’60. Nog niet gehinderd door een gelikte techniek, maakt hij een overrompelend creatief gebruik van het ‘nieuwe medium’. Een juweeltje.

 

Als dit het laatste filmfestival was, verhuis ik naar de randstad. Beseft men de waarde van dit festival wel?

 

(*1) Christiaan van Paassen, Jean Gottmann (1915-1994): Kenner van stad en staat, Geografie, nummer 5, oktober 1994, KNAG
(*2) K. Schippers, De berg en de steenfabriek, Querido, Amsterdam, 1986
(*3) Miryam van Lier, Catalogus NFF 2008.
(*4) http://www.youtube.com/
(*5) Miryam van Lier, Catalogus NFF 2008
(*6) Miryam van Lier, Scoop, dagkrant vrijdag 7 november 2008
(*7) Dit is een parafrase van de beschrijving van MvL in de catalogus
(*8) Citaat van Andreas Platthaus, zie: Volker Koepp, Wikipedia
(*9) Hier heb ik zwaar geleund op de teksten van Melvin van Eldik en Sytse Jansma



© 2015 Sjoerd van Meteren
top