Noordelijk Filmfestival 2002

2-12-2003

Kukushka 

Het festival kent een aantal ‘constanten’. Zo is er een publieksprijs voor de film die het hoogst wordt gewaardeerd door het publiek. Er is een prijs (de Mata d’Or) voor de winnaar van de Interregio Competitie, waarin films uit ‘de regio’ (het gebied buiten de grootstedelijke zones) worden beoordeeld door een deskundige jury. Tenslotte zijn er nog ‘verrassingsfilms’, dwz. films die niet in het programma staan.

 

De publieksprijs was voor de film Valentin van Alejandro Agresti. Ik heb deze film gemist, omdat het verhaal mij niet erg aansprak en ik van bekenden had gehoord dat hij ‘nogal zoet’ was. Misschien heb ik me vergist. De nummer twee was mijn eigen favoriet: All or nothing van Mike Leigh. De nummer drie was een hilarische film voor het grote publiek, My big greek wedding van Joel Zwick.

 

De Mata d’or werd gewonnen door het docudrama Bloody Sunday van Peter Greengrass. Een terechte keuze, als je het mij vraagt. Een speciale vermelding kreeg de film Kukushka (the Cuckoo) van Aleksandr Rogozhkin.

 

Wat mij opviel tijdens dit festival was o.a. de goede kwaliteit van de meeste films, het voortreffelijke acteerwerk, ook van jonge kinderen. Wat ook opviel, en wat zich veel moeilijker laat omschrijven, was het besef dat van de werkelijkheid maar zo’n klein stukje tot ons bewustzijn doordringt, dat de menselijke ervaringswereld zo beperkt is. Je ziet een filmbeeld van een stukje Estland, een saai plattelandslandschap met aan de horizon een electriciteitscentrale. Dat is alles. Heel veel landschappen zijn erg saai, wat wij ervan waarnemen is ook nog eens zeer beperkt, want meestal zijn we in gedachten, of hebben we het in één blik al gezien, of we kijken niet meer, omdat we het al zo vaak hebben gezien. Misschien houd ik daarom wel van de stad. Meer te zien, meer te beleven, meer te doen. ‘Er is alles in de wereld, het is alles”, zegt de dichter. De schrijver Paustovski is een meester in het tot leven wekken van een landschap, de rijkdom aan elementen: beelden, geluiden, geuren., weersgesteldheden. Het prachtige decor, dat ons steeds weer wordt voorgetoverd. Kortom al die dingen, waar wij meestal aan voorbij gaan, terloops waarnemen.

 

Ik heb de sterkste herinnering aan de film Kukushka, dat is: tot gistermiddag 17.45. Ik schrijf het programmaboekje na en vul het daarna nog wat aan.

 

AR staat bekend om zijn surrealistische invalshoeken. Zijn Kukushka is ook weer verbazingwekkend, onweerstaanbaar en doorspekt met originele humor. Kukushka speelt zich af tegen de achtergrond van de Russische invasie in Finland. Twee mannen, een Rus en een Fin, zijn ontsnapt aan de oorlogsmachine en worden liefderijk opgenomen in de eenvoudige hut van Anni, een Lapse wiens man verdwenen is. Anni,…, beschouwt ze als man, niet als vijand. De mannen denken daar anders over. Met name de Rus heeft regelmatig moordneigingen, ingegeven door totaal onbegrip. Want de drie wonen samen, spreken elkaars taal niet maar voeren wel eindeloze gesprekken. (…)

 

Het landschap is fantastisch, de antropologische kant (de leefwijze van die Lapse) is boeiend, maar het mooist is de poëzie, die ontstaat uit het bijzonder originele gebruik dat van deze gegevens wordt gemaakt. Een Finse deserteur wordt vastgeketend aan een granieten rots, met een grote metalen pin en een ketting. Hij complimenteert zijn sergeant met de keuze van de plek, want die is ideaal voor sluipschutters (van de vijand). De sergeant laat hem achter met wat objecten, waarmee hij zich een tijdlang kan redden: zijn bril, een jerrycan met water, een geweer met vizier, enkele kogels, zijn dagboek, een mes, een mok.

 

Deze (intelligente) soldaat maakt een vergrootglas van zijn brillenglazen, gebruikt mos en takjes als brandstof, die hij rond de metalen pin drapeert. Als de hitte groot is, gooit hij er uit zijn mok koud water overheen en je hoort het gesteente knappen. Een kwartier lang kijk je geboeid hoe hij met de zon, brillenglazen, water, mos, kruit, zich weet los te maken. Ondertussen zie je ook nog – via zijn vizier – hoe een Russische soldaat aan executie ontkomt, doordat de jeep waarin hij wordt afgevoerd, wordt gebombardeerd door een paar bommenwerpers. De Lapse redt de Rus, die ook is gewond. De Fin redt zichzelf, maar komt ook bij haar hut aan de oever van het meer terecht. De overlevingstechnieken en kennis van de Lapse (uiteenlopend van een zeer praktische vissenval tot de magie van een sjamaan) hebben ook die poëzie van de omgang met de natuurlijke omgeving en met het leven.

 

Het verhaal dat zich ondertussen afspeelt – op het niveau van de menselijke relaties – is er één van moedwil en misverstand.  Ze verstaan elkaar geen van drieën, maar wij kunnen dankzij de ondertiteling alles volgen. De Rus is niet aan het verstand te peuteren dat de Fin geen ‘fascist’ is, ook al spreekt hij, net als de Rus, enkele woorden Duits, maar dat wisselgeld is al gauw op. De Fin denkt dat (Ivan) de Rus Gerlost heet, want die zegt steeds “Get lost!” tegen hem. De Lapse is blij met de beide mannen. “Zo heb ik twee jaar lang geen man gehad en zo heb ik er ineens twee tegelijk.” Dat moet het werk van de goden zijn. Tegen de Fin zegt ze dat hij niet op zo’n manier naar haar moet kijken, want daar wordt ze nat van en ze moet nog zoveel eten verzamelen voor de winter!

Ik heb me kostelijk vermaakt met deze film.

 

De verrassingsfilm is The pianist van Roman Polanski. Hij gaat over het overleven (van de oorlog) van een joodse pianist in het getto van Warschau. De film heeft de Gouden Palm gewonnen in Cannes. Het is een (groot)meesterlijke film. Ik hou toch al erg van de films van Polanski: Mes in het water, Cul-de-Sac, Repulsion, Met jouw tanden in mijn nek, Chinatown, maar dit is er ook één van de bovenste plank. Ook al zou ik alleen deze film hebben gezien, dan was ik een in tevreden mens geweest. Wat een ‘verbeelding’!

 



© 2015 Sjoerd van Meteren
top