Venezia 2003

30-07-2003

ons appartement in V

 

“Light is Venice’s ruling deity.”

(…)

zaterdag 12/07

 

Marjan brengt ons naar Schiphol. Door het drukke vliegverkeer boven Noordwest-Europa hebben we een kwartier vertraging, wat we weer zullen goedmaken door sneller te vliegen op iets lagere hoogte (ca. 9 km). De hele vliegreis duurt ruim anderhalf uur.
Vanaf Marco Polo met de shuttlebus naar de Alilaguna-halte. We varen met de motoscafo (linea rosso) naar Murano-Lido-Arsenale. Dit duurt een uur. Van Arsenale nemen we lijn 1 naar de Giardini. We lopen via de Viale Giuseppe Garibaldi, de Via G. Garibaldi en de Fondamenta S. Ana naar de Campo Rugo, en tenslotte, de Campiello Figaretto. Daar is het, op nummer 136.
Het huis bevalt ons meteen. We gaan boodschappen doen om ca. drie uur/half vier. Er is echter nog geen winkel open. We lopen door tot het water van de bacino. Daar liggen tamelijk grote schepen aan de kade en er komt juist een cruiseschip langs (de Dalmatia).
Houdtje voelt zich als een vis in het water. Ze verkent de omgeving, koopt Prosecco en Pinot Grigio uit het vat. Ook heeft ze multifunctionele olijfolie gekocht (Dante). [De mensen voor ons hebben de standaardvoorraad niet aangevuld; er is geen toiletpapier, geen olijfolie, geen azijn, geen koffie, geen peper. Er zijn alleen wat aardappelen.]
We eten spaghetti met pomodori, aglio, basilico. Daarna zitten we nog een poosje buiten. Het is leuk hier. Morgen staan we vroeg op om de omgeving te verkennen. Houdtje herkent veel dingen uit het vorige huis (bij de Mercato). Het is nu half elf.

 

zondag 13/07

 

Het is zondagmorgen. We zitten te ver van het centrum voor Brodsky’s ‘rinkelende theeservies’. We gaan op verkenning uit in de omgeving: het eiland van San Pietro (de oude kathedraal) en het eiland San Elena. Dit is de hak van de laars van Venetië. Het is een vrij onbekende uithoek, m.u.v. de Giardini en de Arsenale (sinds de tentoonstellingen van de Biënnale). Toch zie je hier nog wel eens toeristen rondstruinen. Je vraagt je af of die op zoek zijn naar iets wat nog niet bekend is aan al die anderen, die zich concentreren rond San Marco, de Rialtobrug enz. Hebben zij dat al gezien – het is er tenslotte niet voor niets zo druk – of willen ze zelfs in Venetië afwijken, hun individualiteit bewijzen?

 

We maken ook nog de tocht der tochten met de 1: Giardini-Ferrovia en weer terug, het Canal Grande op en neer.

 

Na afloop lunchen we (met prosecco). We houden een siësta. Daarna lezen we wat. Het is iets minder benauwd dan gisteren, of was dat onwennigheid? We maken een ommetje en ontmoeten Tanchilla (het hondje van de aardige buurvrouw). We ontdekken een nieuwe route naar de Via Garibaldi. Veel mooier en voor ons gevoel ook korter. We lopen direct naar de Rio Riello (achter ons huis).
We eten bij Giorgione. Er zijn weinig locali en veel luidruchtige Amerikanen. De padrone zingt. Het eten is redelijk, alleen de rekening klopt niet (‘scusi, lo stress!’). Het scheelde ‘maar’ 18 gulden. Hier komen we niet weer. Je zat er overigens lekker. De lucht raakte tijdens het eten steeds meer bewolkt. Het regent licht en de wind is opgestoken. Het is nu half twaalf en het regent behoorlijk.

 

intermezzo:

 

Ik wil nog even terugkomen op het willen ontdekken van het nog niet aan iedereen bekende. Soms lukt dat, maar meestal is het gepriegel in de marge. ‘Toeristen haten toeristenplekken.’ En terecht, want de grootste gemene deler, het bedrog en de kitsch liggen dan op de loer. Bovendien zijn er te veel reisgidsen, die allemaal ‘ontdekkingen’ (moeten) doen. Vooral de Fransen, de Japanners en de Amerikanen kennen alle redelijk geprijsde, soms ook ronduit dure, eetgelegenheden. Wil je goed en niet te duur eten, weten wat de aan te bevelen gerechten zijn, koop dan een Guide Michelin. Fransen nemen geen enkel risico. Dol op cultuur en op goed eten (overigens ook cultuur), maar volstrekt afhankelijk van voorkijkers, voorproevers, voorlezers. Wat me opvalt, is dat ze meestal geen woord Italiaans spreken. Ik neem aan, uit een mengsel van dédain (Frans is dé Romaanse taal) en luiheid. Spanjaarden spreken redelijk Italiaans. Een Nederlander, of Duitser die een beetje Italiaans spreekt, wordt genaaid met “Prego, dottore!”
Het Venetiaans is bijna niet te verstaan. Het lijkt een beetje op het Spaans (,zoals het Milanees iets wegheeft van het Portugees.)

 

maandag 14/07

 

Wéér bijtijds opgestaan. Prima geslapen. Het is bewolkt en redelijk koel. Ik doe boodschappen.
Rond tien uur zijn we in de Arsenale. Alle hallen zijn nu in gebruik, terwijl je ‘vroeger’ nog wel eens buitenom liep. De ambiance is mooier dan de tentoongestelde kunst. Ik ben er niet kapot van, noch van het thema, noch van het gebodene. Het is vooral veel, hier en daar lawaaierig en tamelijk druk. Twee kunstenaars springen in het oog: Hakan Gürsotyrak (Turkije), die schilderijen maakt van onderwerpen die normaal als krantenfoto’s verschijnen: aankomst op vliegveld van belangrijk leider, aanleg van pijpleiding, vliegdekschip, maar ook de moderne variant van Seurat’s beroemde schilderij; in dit geval een Turkse familie picknickend onder de bomen bij een kanaal/rivier. Het is van een wonderlijke schoonheid. Het overstijgt moeiteloos de anekdote. Het gaat ook over ongelukken, dreigingen enz., lees ik, maar dat haal ik er niet uit.
En verder, Gego, een Duitser, met zijn ‘Drawings without paper’. Het zijn vederlichte draadverbindingen, die soms lijken op kaarten van een imaginair gebied. Je ziet wel eens röntgenfoto’s van iemands vaatsysteem en vervolgens verschijnt er dan een naald in beeld, die in een ader dringt. Daar lijkt het nog het meest op. De schaduw van deze objecten valt als ‘lijntekening’ op de witte ondergrond. Alsof de lijnen van een abstracte tekening zijn losgekomen van de drager, van het papier.
We lunchen thuis. Houden siësta en gaan met lijn 52 naar de Zattere. We eten een gianduiotto bij Nico, op het waterterras. Er komt een enorm cruiseschip langs, de Norwegian Prince. Dat moet mooi zijn: een fjordenkust met een mediterraan klimaat. Later zien we nog zo’n gigant. Hoe diep is het hier eigenlijk? Ik ga een nautische kaart kopen.
Op de terugweg doen we boodschappen. Het is heel levendig op straat (Via Garibaldi/Fondamenta S. Ana). Morgen gaan we ook eens op een terras zitten. Vandaag weer een kaars gebrand voor Roos en de moeders, in de Gesuati.

 

dinsdag 15/07

 

Naar de paviljoens van de Giardini. Het Spaanse paviljoen, waar je de toegang wordt geweigerd, slaan we over. Als dat kunst is, dan geloof ik het wel. Eerste indruk: veel meer de moeite waard dan die eindeloze hallen met stuurloze kunst van de Arsenale. Enkele hoogtepunten: Tobias Rehbergen (‘Seven ends of the world’), een ruimtelijke structuur van het licht op 7 plaatsen op aarde; de breekbare kunst van Carol Rama; deVietnamese kunstenaar Dinh Q Lê, die stroken van foto’s van de Vietnamoorlog vervlecht (letterlijk) met stroken van beelden uit Amerikaanse films; de driedimensionale Japanse prenten van Giuseppe Gabellone; indrukwekkende ‘foto’s’ (‘glacial paintings’) van Alessandro Arvati, die de sfeer oproepen van ‘distant voices/still lives’; de ‘red series’ (military) van Rosângela Renno (‘laminated digital c-print’): eerst zie je een hele reeks rode doeken, waar opeens een portret door(heen)schemert, alsof levensgrote foto’s zijn overgeschilderd met een transparante, donkerrode beits/lak; de bijzondere serie tekeningen van Charles Avery over de aanbidding van een driehoek (i.p.v. de tot die tijd vereerde bol).
Het meest interessant zijn paviljoen 1 en 2, en van de landenpaviljoens: Israel en Rusland.
Wat me opviel: veel fotografie, videofilms, digitaal camerawerk. Soms meerdere schermen tegelijk (simultaniteit van verschillende films), of één film verdeeld over meerder schermen. Vaak met muziek, of op het ritme van muziek. Ook veel, wat ik voor het gemak maar even noem, ‘naïeve kunst’, schilderijen in knallende, zoete kleuren, met bloemen, vrouwen in zomerjurken, of in bikini.

 

De vraag: wat iets tot kunst maakt (waarom is iets kunst?), wordt je hier wel opgedrongen, d.w.z. ik stel mezelf die vraag. Wat ik me ook afvraag: wie snapt die Derrida-achtige filosofische achtergrond bij de moderne kunst? Wat een onbegrijpelijke kletspraat. Vroeger ging kunst over leven, dood, macht, liefde enz. Wat is in hemelsnaam: ‘The dictatorship of the viewer’? Kunst is wat ik ervan maak? Of, de waarde van kunst wordt bepaald door wat anderen (vooral het kunstestablishment) er in zien? Of is het het éénrichtingsverkeer, het nooit eens de confrontatie aan gaan met de kunstconsumenten? Want die zijn er inderdaad heel veel. Onverzadigbare camera’s, die alles willen zien, de laatste ‘trends’ willen kennen, mee willen kunnen praten, de verzamelaars van indrukken.

 

Het was weer prachtig in de Giardini. Het is een prachtige ambiente. Hard werken zo’n kunsttentoonstelling, maar de salade’s en de dranken zijn uitstekend. Wat zijn we toch een verwende, decadente donders! De catalogus kost 132 Euro, maar we kopen hem. (Terecht, daar gaat het niet om, maar wát een geld.)
Bloedheet was het vandaag. Morgen gaan we naar het Lido (eerst naar de VVV). Even geen kunst, maar zonnebaden en fietsen. Houdtje is heel leuk om bij je te hebben. Na de lunch in de Giardini (ja hoor, ook wij), eten we nu thuis iets eenvoudigs.

 

intermezzo:

 

Heel irritant was het lawaai dat uit een bijgebouwtje kwam van het Nederlandse paviljoen. Kunst moet vooral opvallen, desnoods door kabaal.
Veel moderne kunst is conceptueel. Het gaat om een idee, dat je (liefst) met eenvoudige materialen en technieken moet kunnen realiseren. Je hoeft geen goede tekenaar, schilder, beeldhouwer, fotograaf te zijn. Een beetje (liefst bizarre) fantasie en je hebt zomaar iets ‘gefabriekt’. De goede conceptuele kunstenaars niet te na gesproken (Marcel Duchamp). Dat valt me toch op, het voortdurende recyclen van ideeën.

 

woensdag 16/07

 

Volkskrant van dinsdag gekocht.

 

Naar San Marco, naar de VVV. Hebben ze gedetailleerde informatie over het festa del Redentore van zaterdag? Ja. We krijgen een folder. Kun je nog een normale zevendaagse kaart krijgen voor de vaporetto (geen Venicekaart)? Nee. We rekenen en rekenen, en besluiten tot de aankoop van een driedaagse (72 uren) kaart.
Dit is de heetste dag tot nu toe. We gaan naar het Lido, met de 52. Ik huur een damesfiets (een kleine acht euro voor drie uur of langer). We lopen samen naar het strand over de bekende weg. Houdtje gaat naar het strand en ik fiets langs Hotel Des Bains, Hotel Excelsior, de gebouwen van het filmfestival, naar Il Vecio Cantiere. Aardig restaurant, maar niet spectaculair. Zeker niet qua ligging, gewoon in een wijkje. Ik fiets nog even door naar de vertrekhalte van de boot naar Pellestrina. Niets bijzonders te zien. Ik fiets langs de dijk naar het uiterste puntje. Daarna kan ik de dijk langs de Adriatische Zee bijna niet vinden. Houdtje en ik treffen elkaar op het strand. Op de terugweg nemen we nog een frappé, een soort milkshake.
Met de 52 terug. In Venetië zelf is het enigszins bewolkt. We drinken een blik bier en gaan douchen en omkleden. We gaan vanavond om half negen eten bij Da Remigio.
We wandelen er heen. We eten lekker voor 80 euro. Als voorafje nemen we spaghetti con pomodori (H), een antipasto di pesce met mayonaise (S). Vervolgens cozze (H) en vitello al forno (S), met patate en spinaci. Als toetje frutti di bosco (H) en een espresso met een grappa (S). Een fles mineraalwater en een fles Pinot Grigio (Collio) van Formenteri.
Houdtje kan niet goed tegen de hitte, of tegen de wijn. De weg terug is daardoor bijzonder. We worden zeer sceptisch opgenomen door twee, erg met zichzelf ingenomen Nederlanders, die onmiddellijk concluderen dat wij niet weten hoe het hoort. Dat klopt, we zijn niet helemaal nuchter.

 

donderdag 17/07

 

Naar Correr en naar San Lazzaro degli Armeni, ACTV lijn 10 vanaf San Zaccaria, 15.10 u (openingstijden 15.25-17.25 u).

 

Het is, net als gisteren, drukkend warm. We kunnen er niet goed tegen. Er is bijna geen wind en in huis is er nauwelijks tocht. ‘Non ci siamo abituati al clima.’
We gaan eerst met de vaporetto naar Museo Correr. We zien een mooie tentoonstelling over de ontwikkeling van het schilderen, aan de hand van werken die hingen op de laatste 50 biënnales. Heel mooi vinden we Marlene Dumas en Francis Bacon, bij elkaar in één zaaltje. Daarna gaan we naar Ca d’Oro. Door tijdgebrek nemen we de traghetto naar de Mercato. We eten wat bij All’Arco, deze bar is beslist een aanrader. Lekkere broodjes, prima cichetti en heerlijke wijnen o.a. een Tocai (Collio). Daarna lopen we langs ‘ons’ oude huis. De buurt is achteruitgehold.
Vaporetto genomen bij San Silvestro (jeugdsentiment). Daarna naar San Zaccaria voor de halte van lijn 20 naar San Lazzaro. We worden voor 18 euro (sic) rondgeleid door kerk en klooster. Er is een enorme bibliotheek. Fra Mauro’s dagboek was hier nooit. Dus toch fictie. Wel was Byron er ooit, om Armeens te leren. Nog even in de kloostertuin gezeten. We nemen de boot van 17.25u terug.
Boodschappen gedaan. Twee ontdekkingen: ten eerste, het is de sirocco (stupid!); ten tweede, de slagers sluiten in de zomermaanden na de middag.
Het is nu kwart voor tien en het is plotseling begonnen te waaien. Dat hebben we hier vaker meegemaakt. Er is (nog) geen onweer en het regent evenmin. Maar het koelt lekker af. Alle luiken/ramen en deuren worden gesloten. Ik hoop dat dit het einde betekent van de sirocco. Het is nu tien over tien. In het oosten weerlicht het. Het onweer is nog niet te horen. Het is nu half elf. Het is wat koeler geworden, de bui lijkt te zijn ingezakt. De luiken gaan weer open.

 

vrijdag 18/07

 

Het lijkt of het vannacht licht heeft geregend. Het is dit jaar droger en warmer dan andere jaren, volgens een ervaringsdeskundige buurtbewoonster. Vandaag lijkt het normale hete en droge zomerweer te zijn teruggekeerd. Bij /op het water staat ‘un po’ di vento’.
Ik ga naar de prima slager voor dunne, malse lapjes kalfsvlees. Het is een genoegen een vakman op zijn vingers te kijken. Handwerk moet enorm bevredigend zijn. Er zit niet veel logica in de openingstijden van de winkeliers in de omgeving. Vaak ben ik net te laat, of net te vroeg.
Naar Ca d’Oro. Niets nieuws onder de zon. Ik had het vermoeden dat er nieuwe dingen te zien waren. De reis met de vaporetto (ik voorop) was al de moeite waard. Ik sliep bijna in, zo ontspannen was ik.
Na Ca d’Oro naar de Fondamente Nuove gelopen. Bij het huis van Dick Veeze is veel veranderd. Er tegenover is een jachthaven aangelegd (met lelijk hokje) en de benzinepomp voor de deur is een tankstation geworden voor dieselslurpende watertaxi’s.
Naar huis voor de lunch. Houdtje gaat naar het Lido, ik naar dromenland. We ontmoeten elkaar weer om kwart voor zes, buiten voor de deur. Het is vrijdagavond. Muziek stampt over de campiello. Iedereen eist een half uur op voor zijn/haar muziek, op volle luidsprekersterkte.
Houdtje tondeert me (een halfuurtje importlawaai van ons). Daarna ga ik koken. Kalfslapjes met zwarte olijven, groene paprika, citroen en oregano. Een dunne pasta en een groene salade (rucola). Een fles witte wijn (Sauvignon uit Friuli).
Het is nu kwart voor tien. Ik zit buiten te schrijven. Morgen is de belangrijkste feestdag van Venetië, de palio zeg maar: la festa del Redentore.

 

intermezzo:

 

Tussen lichaamstemperatuur en de temperatuur van de omgeving bestaat een zeer gevoelig evenwicht. Een kop koffie, een glas water uit de ijskast, je aankleden, een zuchtje wind, een tochtvlaag, een hemd of een t-shirt, blote voeten of sokken, een brandende lamp, zijn al voldoende voor het verstoren/herstellen van het evenwicht. Het is een ervaringswetenschap, wanneer je waar de luiken opendoet en hoe lang, waar de schaduwkant is op elk moment van de dag.

 

In een Passie voor Venetië van Joris Divendal staat dat er weinig honden zijn. Hier, in Castello, klopt dat in ieder geval niet. Veel kleine vuilnisbakkenrashondjes lopen hier, aangelijnd of los. Poezen zie je hier zelden.
Aan de overkant blikkert het, het lijkt wel weerlichten, het is het blauwwitte licht van het tv scherm. Om de hoek luide vrouwenstemmen.

 

nog een intermezzo:

 

Neem een kleine waddenzee met weinig verschil tussen eb en vloed, dus eigenlijk geen waddenzee. Er zijn twee waddeneilanden en er zijn landtongen aan weerszijden (zijn er ook niet bij de waddenzee). De Noordzee heet hier de Adriatische zee. In die mediterrane waddenzee, in mediterraan licht, in een mediterraan klimaat, met mediterrane plantengroei, liggen talrijke eilanden. De meeste zijn onbewoond, maar op enkele vind je een heuse stad. Niet zomaar een stad, maar een door kanaaltjes/grachten doortrokken stad, met tal van bijzondere gebouwen die je verder nergens tegenkomt, tal van kerken, bruggen, bruggetjes, straatjes, pleinen, onderdoorgangen, kades, op het water doodlopende steegjes. Water en licht, dat is de essentie; voortdurend anders, steeds hetzelfde.
Voor veel mensen is het verworden tot een Valkenburg, Volendam, Orvelte, een openluchtmuseum. Maar dat zijn de mensen die niet veel verder komen dan het Canal Grande en San Marco e.o. Die hier slechts een dag, of twee dagen zijn.
Het andere uiterste is de Franse benadering. Je moet er geweest zijn, anders tel je niet mee. Hetzelfde geldt voor Florence, Rome, Siena, Athene. Als het maar een bakermat is van de beschaving.

 

zaterdag 19/07

 

Dit is de feestdag van Venetië. In een speciale bijlage van Il Gazettino staat (o.a.)
“Il luogo di delizie in cui la vita è una festa, e la festa è la vita di tutti i giorni. Questa la Venezia de Cinquecento in cui inventata la festa del Redentore. Era una sorta, come dice Alvise Zorzi, di Parigi degli anni venti. “Un luogo unico di vitalitá, di varietá, di libertá, di vita.”

 

Daarom zijn we hier.

 

Zeer rustig aan gedaan. Om half elf gaan we naar de Zattere. Vandaag komt het meisje dat ons huis schoonmaakt. Ze heet Miriam. We lopen langs de Zattere, de Fondamenta degli Incurabili van Brodsky., op zoek naar La Rivera. Daarna gaan we iets drinken en eten op het volkse Campo Santa Margherita. Veel gelachen. Vandaar naar Campo San Barnaba, Rio San Trovaso en Accademia en dan naar Nico voor een gianduiotto. Terug naar Campo San Barnaba voor de kleine, maar bijzondere tentoonstelling van Marlene Dumas. We zetten onze handtekening onder die van Dick Veeze en zijn vrouw.
Vanaf halte Ca’Rezzonico terug naar huis. Houdtje ontwaart René Fikkert en zijn vrouw. Een spritz en een ombra gedronken op het terras bij Sergio. Het is nu half vijf. Miriam is geweest en heeft de luxaflex opengedaan, waardoor het hier veel lichter is. Houdtje is verrukt aan het fotograferen.
Restjes gegeten. Buiten gezeten. De hele stad is in rep en roer. Er wordt gesleept met koelboxen, bootjes worden in gereedheid gebracht. Er staan overal tafels klaar. Het is kennelijk ook een eet- en drinkfeest.
Als wij naar de bacino lopen, liggen er al veel boten aan de kade (enorme jachten, vissersschepen, afgemeerde vaporetto’s). Ook midden in het bekken liggen boten afgemeerd (sommige met een complete disco aan boord). We lopen tot de halte San Zaccaria en gaan daarna terug naar de Giardini. Op het terras drinken we water. Daarna lopen we terug. We zien het vuurwerk uiteindelijk vanaf een hoge brug. Erg mooi, maar te lang. Houdtje heeft haar (dikke) voeten in koud water; ik ontferm me over een heerlijke fles koele Prosecco.

 

zondag 20/07

 

Mara/Mark en de moeders gebeld.

 

Eerst naar Accademia. Wat een sublieme kunst hangt hier toch. De airconditioning doet het niet. Dat betekent dat we de gang met de genrestukjes door rennen. De grote zaal, met de Vivarini’s, bezoeken we alleen even vanwege een gerestaureerd werk van Tiépolo. Ik ben niet zo weg van Tiépolo, hoewel er een prachtig schilderij van hem hangt (dat golvende werk met die slangen).
Daarna naar de Zattere. Uitgebreid gelunched op het terras van Da Gianni. Het is niet goedkoop, maar je kunt er lekker eten (risotto) en de plek is prachtig. We nemen een prosecco vooraf. Daarna heeft H een gegrillde groenteschotel en ik een antipasto van vis. Samen eten we een visrisotto. Daarbij een halve liter prosecco en een liter water. Koffie en een macedonia (H) toe. Wat het prijzig maakt is de servizio van 12%. Met de coperto van 3 euro , toch al gauw zo’n 25 gulden.
Vervolgens steken we via de pontonbrug het Kanaal van Giudecca over naar de Redentore. Het is er druk. Vanavond is de votiefmis in de Verlosserskerk, die is gebouwd na de ergste pestepidemie. Houdtje verkent de omgeving, ik zit op de trap. Samen steken we de brug weer over naar de Salute. Met de 1 naar de Giardini. Via de Viale (o, die prachtige Viale) en de Via G, naar de bar van Amalia en Sergio. Op het terras een spritz (alweer) met Apero (die Houdtje) en een ombra.
Thuis eerst gedouched, toen omgevallen (S); eerst omgevallen, toen gedouched (H). Het is nu kwart voor zeven. Na een bloedhete dag is het nu heerlijk.

 

maandag 21/07

 

Het is nog maar negen uur en nu al ongenadig warm. We willen naar de Frari en de San Giovanni e Paolo voordat het te heet is, maar dat lukt niet.
Ik hou het meest van de Frari. Het is een mooie kerk met prachtige kunst: Bellini, Titiaen (2), die hier begraven ligt, en nog een Johannes de Doper van Donatello. Ook mooi: twee (Bartolomeo) Vivarini’s. Fraaie koorbanken en een intieme sfeer, ondanks de grootte van de kerk. Kaars gebrand voor Roos en voor de moeders.
Daarna naar de Zanipolo (vanaf Rialto). Ook heel mooi (Bellini, Veronese), maar minder intiem. We worden er al snel uitgejaagd door een dikke pater met bel: ‘En nou oprotten, want we gaan de tent sluiten!’ Kaars gebrand voor Roos.
Vlak daarvoor zaten we even op het terras bij Rosa Salvia. Twee spremuta’s gedronken. Teruggelopen (binnendoor) naar de San Zaccaria. Lijn 1 naar de Giardini. Groenten gekocht en thuis gelunched (fruitsalade).

 

Houdtje is naar het Lido en ik houd een siësta. Om vier uur ben ik wakker en ga verder lezen in Herman de Coninck’s Intimiteit onder de Melkweg, essays over poëzie. Een boeiend boek, helder en geestig geschreven.
Een citaat: ‘…ik ben niet geheel onverslaafd aan alcohol, maar toch is gewoon helder water onmisbaarder.’

 

Of, ander citaat (uit een gedicht van Yehuda Amichai):

 

‘…Soms zak ik binnen in mezelf in elkaar/zonder dat iemand het aan me ziet…’

 

Ook héél mooi:

 

‘…ze voegen vergezicht toe, er schuift een gordijn open, en ineens ligt er een prachtig landschap…’

 

Houdtje komt de hoek omzetten om half zeven. We gaan even een spritz en een ombra drinken. Doen boodschappen. Het is nu veel aangenamer van temperatuur, er staat wat wind, ‘un po’ di fresco’. We eten radichietto (wat bij de grote mensenvriend rucola heet) en rucola, met reepjes lendenbiefstuk en flinters parmezaanse kaas. Wijn en brood erbij.
We zitten tot half elf buiten. Steeds staat ergens hard de televisie aan. Vooral de muziek stoort, maar ook de dialogen (slecht geacteerd, zo te horen, of slecht nagesynchroniseerd).

 

dinsdag 22/07

 

‘Portare fuori il cane.’ Ik kom een meisje tegen dat haar hondje in haar armen droeg.

 

Naar Querini-Stampalia. Hier is alleen de buitenkant blijven staan, het hele interieur is vervangen door iets eigentijds.

 

“Site of frequent special exhibits, the permanent Q-S collection features a handful of masterpieces and bushels of the not-so-masterful, but works fascinating to anyone with a spark of curiosity about Venice in the 18th century. This was the grand age of trivialization for the aristocracy throughout Europe, but nowhere pursued so feverishly as in Venice, where the spirit of mercantile adventure that had created the mighty maritime Republic of yore had evaporated like perfume; patricians spent their days frittering away their ancestor’s huge patrimonies and doing their best to look like poodles. You can see them in the child-like paintings of G. Bella and in room after room of Venetian Biedermeiers by the indefatigable Pietro Longhi.”

 

De meesterwerken: Bellini, Francesco en Priuli (door Palma Giovane), Judith (door Vincenzo Catena), het medaillonachtige De Maagd etc (door Lorenzo di Credi).

 

Een verdieping hoger is een ‘project’ van Ilya en Emilia Kabakov (ik hou niet zo van die kunstenaarsechtparen die samen iets doen) ‘Where is our place?’. Ik heb een folder meegenomen, dan kan ik nog eens nalezen wat ik nu precies heb gezien. Vooral foto’s (heel mooi) van de Sovjet-Unie/Rusland, met daarnaast heel saaie gedichten.

 

“It is from this viewpoint that the title of the project ‘Where is our place?’ takes on well-defined outlines, having the principle that everything is relative and has to be seen from a critical and ethical viewpoint (goh!) especially in the field of contemporary art where everyone considers themselves great artists (sic!). Only history is able to determine who will have truly left their mark.”

 

We zien het wel. Of de Kabakovs de tandsteentoets des tijds doorstaan, ik betwijfel het.

 

Daarna gereserveerd bij Al Mascaron (Calle Lunga S. Formosa). Ik heb zelf mijn naam in het gastenboek geschreven. Terug naar huis door een stroperige hitte. Even iets gedronken bij A & S. Uitgebreid gelunched (o.a fruitsalade). Houdtje is om twee uur naar het Lido vertrokken en ik naar dromenland. Over anderhalf uur ga ik verder met Herman de Coninck.

 

Terwijl Houdtje haar lijf waste, haar haar waste en föhnde, zich aankleedde en zich ondertussen afvroeg, wat ze het beste kon aantrekken, heb ik Herman de Coninck’s essay (zijn polemiek, zeg maar) gelezen over Eva Gerlach. Ik vraag me af, of ik Eva Gerlach zo de moeite waard vind. Raadselachtigheid, sprookjes, ik houd er niet zo van. Herman doet aandoenlijk zijn best er betekenis aan te hechten. Waar het op neerkomt, is dat Eva Gerlach een wonderlijk mens is met vreemde gedachten, die daar wel een volstrekt eigen taal voor heeft.

 

Naar Al Mascaron. We zitten in een klein getto voor buitenlanders. Er is geen kaart, maar een stencil met een beperkte keus. Dit is niets voor Houdtje, want dat betekent dat ze heel snel moet beslissen. Onze ober houdt ook van opschieten. Houdtje neemt, zoals gewoonlijk, een antipasto en een pasta. Ik neem een antipasto en een hoofdgerecht. Het hoofdgerecht biedt keuze uit vis, vis, en vis. Zeebaars, goudbrasem of tong. Er staat niet bij wat de vis kost, alleen dat je per ons betaalt. De meeste mensen zijn dan op hun hoede, die weten hoe zwaar een vis is, maar ik niet. De antipasto is heerlijk, de vis ook (branzino), maar hij is wel groot. Hij blijkt 40 euro (88 piek) te kosten. Belachelijk, maar ik vertrek geen spier. Houdtje is in alle staten. God hoort haar brommen. Een rekening van 92,50 euro! Het valt nog mee dat ze geen servizio in rekening brengen. Ik kom hier nooit meer, dat is mijn manier van wraak nemen. Volgende keer weer naar Da Remigio.
We nemen de vaporetto terug. In de Viale branden rode lantarens. Het is weer ongelooflijk heet. Overdag waait de wind alleen korte tijd in de late namiddag. Daarna is het overal even warm, geen wind.

 

O ja. Toen we vanmorgen naar de halte Giardini liepen, was het heel helder, winderig weer. Het licht was koel, de golven liepen naar de kade en de wind was verfrissend. Het was precies het weertype als op de dag dat je vertrekt. Alles werkt er aan mee dat je vertrekt met heimwee, om er zeker van te zijn dat je terugkeert.

 

woensdag 23/07

 

Naar Peggy Guggenheim. Het is alsof je een oude bekende ontmoet. Je herkent bepaalde schilderijen, die je opnieuw mooi vindt. Daar koop je dan later kaarten van. Het mooist blijft Giacometti’s vrouwenfiguur (niet het mooie beeld buiten, maar het witte beeld binnen). We zijn er een paar uur zoet. Daarna nemen we de 1 om wat te gaan eten en drinken bij All’Arco. Er barst een onweer los, waarmee we ’s avonds het Journaal halen. Er vallen hagelstenen als kleine knikkers. Binnen 20 minuten is het voorbij. Geen afkoeling, het is heet als steeds.

 

Houdtje gaat winkelen en ik ga naar huis. Ik haat Rialto. In de Viale G. G. zie ik de gevolgen van het onweer. Het lijkt of halve gare met een motorzaag als een razende tekeer is gegaan, overal liggen kapotte takken. De laan is bedekt met blaadjes en overal staan plassen.
Houdtje heeft zich vergaloppeerd en komt om zes uur, bek-af van het lopen, thuis. Met aanwinsten, dat wel. Én rode, dikke enkels.

 

(‘Zaterdag gaan we weg en het leven hier gaat verder, alsof wij er niet waren, nooit zijn geweest.’- vrij naar HdC)

 

Het is elke dag hetzelfde liedje. Zo rond een uur of vijf steekt er een verkoelend windje op dat later – zo rond een uur of half acht- weer gaat liggen. Daarna blijft de hitte de rest van de avond hangen, tussen en vooral in de huizen. Het is eigenlijk te heet om te gaan slapen. Vlakbij ons zitten twee grillo’s (krekels).
Vanavond Zoé’s pasta gegeten en lang buiten gezeten. Houdtje is dol op spritz (Spritzi) en ik op prosecco (Zakkie).

 

donderdag 24/07

 

Eindelijk verkoeling. De dag begint met naderend onweer en steeds heftiger regenbuien. Daar bovenuit het geluid van een galmende Italiaanse zangeres. Mijn linkeroor zit weer eens dicht. Houdtje’s benen zijn vuurrood en vlekkerig. Verder gaat het prima met ons.
Naar de San Pietro. Mooie grote kerk. Tot 1870 was dit de kathedraal van Venetië. Napoleon maakte van de San Marco dé kerk (tot die tijd de privé-kapel van de dogen). We kopen een kaars voor Roos. Het is nu kwart voor elf. De zon komt weer door en dan is het meteen broeierig. We gaan ook naar de San Francesco della Vigna. Dit is de kerk met die campanile (vergelijk: San Marco, San Giorgio) als een potlood. De kerk zelf is niks bijzonders, maar er hangt mooie kunst: o.a. Bellini (‘the gentlest of painters’): Madonna met kind, en nog een juweel: Antonio da Negroponte’s Madonna con bambino, sul trono. Dit is een schilderij uit de vroege Renaissance, “when artists were still content to imitate nature rather than improve on it.”
Ook erg mooi en lieflijk is het klooster. Eenvoudig, maar fraai. Daar vinden we werk van een Japanse glasblazer. Heel bijzonder. Grote, ruwe glasvormen (als steenklompen) met ingesloten bellen, rollen touw; hier en daar transparant, elders ruw, met opzet beschadigd. Hij heet Kuma.
Daarna lopen we naar de vaporetto, halte Celestia en hebben een prachtig uitzicht over de lagune aan de Cimetere-kant, met Murano en Torcello. Zeg maar de noordoostkant. We varen om onze punt naar de Giardini. Het is bewolkt en lekker fris.

 

Terwijl we langs het park van San Elena varen, zie ik een jongen en een meisje tegenover elkaar op banken zitten. Het meisje heeft haar gezicht naar mij gericht, de jongen kijk ik op de rug, of beter: op het achterhoofd. Het meisje, waarvan ik alleen het hoofd zie, lijkt op Roos. Het is alsof ik Roos eindelijk terugzie. Zelfs al zou ze me niet herkennen, dan nog zou ik gelukkig zijn als zij het was.

 

Da Remigio neemt nog steeds niet op. Later ontdekken we waarom (niet). We lunchen en houden een siësta. Om vier uur gaan we met lijn 41 van Giardini naar Ospedale. In het hospitaal zien we de prachtige hal. In de Zanipolo ernaast, wordt een concert ingestudeerd door koor en klein orkest. Het moet prachtig klinken door de akoestiek van deze kerk. Het is alleen jammer dat ik aan één oor doof ben. We bekijken de kerk nog eens goed, vooral het werk van Paolo Veronese.
Daarna lopen we naar Da Remigio. In een boekenzaak daar vlakbij koop ik een nautische kaart van de lagune. De mevrouw van de winkel zegt dat Da Remigio gesloten is wegens vakantie. Wat een pech! We besluiten naar huis te gaan en morgenavond uit eten te gaan. We drinken een spritz/prosecco. Dit was een bijzondere dag. Straks eten we de restjes. Ik heb twee flessen Prosecco gekocht.
Het is nog steeds lichtbewolkt, regen en zonneschijn wisselen elkaar af. Het is fris en buiten lekkerder dan binnen.

 

vrijdag 25/07

 

Onze laatste dag.

 

We willen eerst naar Alex Katz-Portraits (in de galerij San Marco). Ook moeten we kaartjes halen voor zaterdag voor de motoscafo naar Marco Polo. Verder moeten we reserveren bij Agli Alboretti, of Da Gianni; de ouders bellen; de koffer pakken. Houdtje wil wel naar het Lido. Misschien ga ik wel mee (fietsen). De dijk op, maar dan vanaf deze kant en omkeren aan het eind.
We besluiten in eerste instantie niets te doen. Houdtje tondeert mij. We doen uiterst rustig aan. Het weer is eindelijk mensvriendelijk. Het is nu half twaalf en ik heb nog geen druppel gemorst. Dit is een wonder. Zo dadelijk gaan we naar het Lido. Herman de Coninck heb ik uit.
Het Lido overgefietst. Eerst langs de Venetiëkant naar de militaire basis, toen overgestoken en zover mogelijk naar die punt aan de Adriatische kant. Daarna langs Hotel Des Bains en Excelsior. Daar net voorbij, vlak voor een grote bocht naar rechts, kun je naar het begin van het fietspad lungomare. Tot het eind gefietst, daarna klein stukje terug naar pad/weg (Doge …) aan de rand van Malamoco. Daar doorgestoken naar de Venetiëkant. Volkskrant gelezen onder een boom. Teruggereden langs grote weg. Aan het eind langs de kanalen gefietst tot aan de badweg. Nog iets gedronken en toen naar Houdtje gegaan. Die had het geweldig naar haar zin.
In mijn eentje teruggegaan. (twee Alilaguna-kaartjes gekocht) en witte wijn gedronken op terras. Jongen is reuze aardig. Thuis heb ik enorm zin in een biertje. Ik voel me oud, kaal, lelijk en dik. Eerst maar eens iets doen aan het laatste. Vraag me ook af, hoe het vanavond gaat met het vinden van een eetgelegenheid (zonder reservering, op vrijdagavond). Houdtje heeft het zonnebaden overdreven en heeft een hoofd als een boei. O, wat is het toch een ordinaire meid!
Wat het weer betreft: dit was verreweg de meest aangename dag. De bekende, droge hitte van het Middellandse Zeegebied. Niet één keer de ventilator aangezet, niet één keer getranspireerd (behalve tijdens het fietsen).

 

Gegeten op het terras van Da Gianni. Tussen de middag zit hier een wat ander publiek dan nu. Nu (om acht uur/half negen) zitten er veel gezinnen met kinderen pizza te eten. Een Engels stel met vier kinderen, waaronder een baby, zit er ook. Dat doen zelfs de Fransen niet. Wij nemen, nadat we zijn bescheten door meeuwen, een risotto di pesce, een grigliata mista di pesce en tagliata di vitello (jawel) met een gekookte groenteschotel met o.a. bietjes. Een prosecco en een spritz vooraf en een fles Pinot Grigio, een fles water en een caffé. Met coperto en servizio (12%) zijn we 105 euro kwijt. Dat zijn Bovenmeesterprijzen. Later op de avond komt er een iets ander publiek. We gaan naar huis, nog even op de stoep van ons huis zitten.

 

zaterdag 26/07

 

Koffers vrij vlot gepakt. Houdtje organiseert het achterlaten van het huis. Zij kan dat als geen ander. We ontbijten en lunchen, en gaan op pad. Om half twaalf lopen we weg. Eerste stop: ons terras (een prosecco en een spritz). We nemen afscheid van de leuke buurvrouw. Met de 1 naar Arsenale. Daar gaan we op een terras van een restaurant zitten. Met de Alilaguna (linea rosso) van 12.55u naar Marco Polo. Het is benauwd onderweg. Op Marco Polo, geheel vernieuwd, is het lekker koel en alles verloopt vlot. We vertrekken op tijd (16.15 u) en komen rond zes uur op Schiphol aan.
We worden opgehaald door André van Londen. We worden door Marjan en Alice getracteerd op heerlijke (Aldi)hapjes, lekkere wijn en mosselen. Na afloop brengt Marjan ons thuis (met een tas vol boodschappen) Wat een fantastische ontvangst. Het is nu elf uur.

 

We zijn weer thuis, helaas.



© 2015 Sjoerd van Meteren
top