Marche 2006

14-08-2006

Duca bijgesneden

 

do 20/07

 

Wijs geworden door ervaring, nemen we deze keer een andere route. We gaan niet door Zwitserland en vermijden op deze manier ook Milaan en Modena, maar we volgen de weg van Bert en Mieke: Arnhem-Köln-Frankfurt-Würzburg-Memmingen en dan verder naar het zuiden. Het is nog niet vaak zo heet geweest bij ons vertrek. Het raampje mag alleen op een kiertje vanwege Houdtje’s hardnekkige hoest. Files doen zich vaak voor in de buurt van Keulen en Frankfort, deze keer vormt geen uitzondering.

 

Na circa 790 km komen we aan in Memmingen. We waren hier al twee keer, maar ik kan het hotel niet terugvinden. We vragen en krijgen een [andere] tip: Im Weissen Ross, het blijkt een aangenaam driesterrenhotel. We hebben kamer 302. Ook hier is het heet.

 

We eten op het overdekte buitenterras van La Pasta Fresca. Houdtje eet meloen met [vijgen en] ham én spaghetti met groenten en ik vitello tonnato én spaghetti met frutti di mare. De glazen wijn [Prosecco en Pinot Grigio] zijn hier tweemaal zo vol als in Nederland, en dat voor dezelfde prijs. Na terugkeer in het hotel drinken we nog een biertje. De eigenaar tapt het eigenhandig.

 

We slapen onrustig. Houdtje moet vaak hoesten. Het ontbijt is uitstekend.

 

vr 21/07

 

We rijden via Kempten-Füssen-Reute en Pfronten. De route is mooi. We herkennen weinig van de vorige keer. Zo kan ik me niets herinneren van de Fernpas. Vanaf Innsbruck is er een file door wegwerkzaamheden. We nemen de ‘verkeerde’ baan en schieten niet op. Als we eenmaal weer op de tweebaansweg rijden, komen we vlot bij de Brenner. We moeten nog eens 8 euro betalen [naast het vignet]. Dit rijdt een stuk plezieriger dan door Zwitserland. Er zijn minder vrachtauto’s, minder hoogteverschillen, minder bochten en er wordt minder gejakkerd. Omdat een mens nooit helemaal gelukkig is, vermeld ik dat het mineraalwater hier schandalig duur is.

 

Eenmaal in Italië, lezen we dat er een file staat in de buurt van Rovereto, bij het Gardameer. We slaan af bij Trento en nemen de SS47. Een weg die aanvankelijk veel obstakels kent, maar steeds mooier wordt, vooral langs de Brenta [‘Non dimenticare Venezia’].

 

Op suggestie van H zoeken we een hotel in Bassano di Grappa. Dit blijkt een ‘trouvaille’. We vinden een hotel, Il Castello, in de oude binnenstad. De kamer is prima, maar prijzig, en – naar later blijkt – ook tamelijk rumoerig [maar ja, het is vrijdagavond].

 

H verkent de omgeving en keert heel enthousiast terug. We eten [bij] Da Ottone. H tortellini met pecorino en spinazie, en daarna vis, San Pietro, gestoomd met uien en andere groenten. Ik eet spaghetti met garnalen en papadums. Mijn hoofdgerecht is noces di manzo, een heerlijk stoofvleesgerecht met gebakken aardappels en polenta. We nemen er een karafje Prosecco bij.

 

Na afloop wandelen we door de oude stad. Er is een jazzoptreden. Heel bijzonder is de Ponte Vecchio. Het is een soort ´binnenkamerbrug´, vergelijkbaar met die in Bad Säckingen.

Het meest bijzonder zijn de vele biertentjes rondom de brug. Wat blijkt: Ottone was een biermeester uit Halle, die zich tijdens omzwervingen hier vestigde, in een gebied dat hem sterk deed denken aan zijn geboortegrond [Halle ligt aan de Saale]. In het park bij de rivier organiseerde hij openluchtconcerten.

 

za 22/07

 

We vertrekken zonder te ontbijten, om 08.15 u. Eerst naar Padova, dat is: naar de autostrada Milano-Venezia. En van daar via Ferrara naar Bologna. We komen betrekkelijk probleemloos op de autostrada [naar Bari]. Pas bij Rimini Nord en Sud komen we in langzaamrijdend en stilstaand verkeer terecht. Het is nog steeds ontzettend zwoel. Het mineraalwater in Italië is heel betaalbaar, wat bewijst dat de Italianen een stuk menslievender zijn dan de Oostenrijkers, zeker tijdens hittegolven.

 

Wij arriveren in San Lorenzo in Campo [SLiC, volgens Dick en Marijke] rond één uur. De SMA gaat pas om half vijf open, net als alle andere winkels. De bar op de hoek is er niet leuker op geworden. Op dinsdag, vertelt Dick, stikt het er van de Nederlanders, de tweede en derde huizenbezitters. Op dat soort mensen ben ik niet zo dol. We lunchen in Le Sorgenti: mezzalune met tartuffo en een heerlijke salade en water, veel water.

 

Het weerzien met D&M is verkwikkend. D heeft uitgezocht dat we alleen morgen nog naar Fabriano kunnen voor de tentoonstelling over Gentile da Fabriano. Ik wil de catalogus hebben.

 

Het is hier warm, maar niet zo drukkend als in Noord-Italië. Morgenochtend bijtijds op. In de koelte van de ochtend. H heeft veel last van haar keel/hoesten. Als het zo blijft, moeten we hier maar even naar de dokter. Dat wordt een antibioticum. Wedden?!

 

Vanavond nog even geluisterd naar de krekels [twee soorten], een ploegende boer, twee honden, een kerkklok en een uil. Ik ben hier nooit weggeweest. Alles weet ik nog. Hoef nergens aan te wennen, behalve aan die proliferatie van Nederlanders.

 

zo 23/07

 

Gisteren Sidam gezien. Hij is doof en hij zakt zo nu en dan door zijn achterpoten. Hij moet even wennen. Morgen knuffelen.

 

Om zeven uur opgestaan. We genieten van de geluiden van vogels, kerkklokken en ploegende boeren. Het is hier één grote gehoorzaal en wij zitten op het balkon.

 

Naar Fabriano [via Pergola en Sassoferrato] voor de laatste dag van de grote Gentile da Fabriano tentoonstelling. Mooi stadje, waar vandaag het Italiaans kampioenschap vendelzwaaien plaatsvindt, met historische kostuums, tromgeroffel, getrompetter en veel vlaggen, op alle hoogten en in alle standen.

 

De tentoonstelling, in het prachtige Ospedale, is indrukwekkend. Volgens Sjoerd de Vries ‘kun je huilen om het werk van GdF.’ Ik koop de catalogus.

 

 

 

intermezzo:

Een prachtige expositie in zijn geboorteplaats geeft een beeld van het werk van deze Gentile da Fabriano (ca. 1375-1427), van de artistieke invloeden die hij op verschillende plaatsen heeft ondergaan, en vooral, op anderen heeft uitgeoefend. Voor het eerst wordt in een grote monografische tentoonstelling aandacht besteed aan de kunstenaar die de beroemdste schilder was van zijn tijd, maar die het, achteraf bezien, in de kunstgeschiedenis op veel punten heeft moeten afleggen tegen jongere tijdgenoten als de Florentijnen Masaccio en Fra Angelico. Zij legden de basis voor de Renaissance-schilderkunst, terwijl Gentiles sierlijke en decoratieve werk wortelt in middeleeuwse tradities. De titel van de tentoonstelling noemt dit een andere renaissance, en daar is, gezien bijvoorbeeld Gentiles vernieuwende naturalisme en lichteffecten, ook iets voor te zeggen.

[…]

Gentile da Fabriano was vooral zo beroemd vanwege zijn wandschilderingen in onder meer Brescia en Rome.

[…]

Van de grote frescodecoraties van Gentile da Fabriano is bijna niets meer overgebleven. […] dat het beeld dat nu van hem bestaat paradoxaal genoeg vooral is bepaald door paneelschilderijen, zoals die nu in Fabriano bijeen zijn gebracht. Die vallen op door een verbluffende weergave van stoffen en andere materialen, zoals in fresco misschien niet mogelijk zou zijn. Maar juist bij een wandschildering van Gentile, wiens naam vriendelijk of zachtaardig betekent, zou niemand minder dan Michelangelo hebben verzucht: in het schilderen was zijn hand zoals zijn naam.

 

bron: ‘Een frescoschilder is altijd een reiziger’ van Bram de Klerck in NRC/HB

 

 

Na afloop gaan we wat drinken op de Piazza del Comune, waar we ze met vlaggen zien wapperen.

 

We maken een bekende fout. We blijven talmen, omdat het stadje de moeite waard lijkt. We vinden echter geen geschikt eetadres en het wordt hoe langer hoe heter. Tot overmaat van ramp struikelt het Houdtje: een klein bloedbad [tand fors door lip, zere neus, geschaafde knie]. Er is gelukkig niets kapot. Een aardige mijnheer van een museumpje vlakbij, vraagt ons binnen, zodat H haar wond kan deppen met schoon water. We racen terug naar huis. Les voor de volgende keer: een dag niet volplempen met van alles en nog wat. Van tevoren zorgen voor een goed eetadres en daarna rustig huiswaarts.

 

We gaan met Dick ‘even’ naar de Pronto Soccorso [Eerste Hulp] van het ziekenhuis in Pergola. De snijwond is toch wel erg diep en er kan ook straatvuil in zijn gekomen. De dienstdoende arts is een ‘aparte’ vrouw. Ze is een beetje doof, denkt haar gedachten niet helemaal teneinde, antwoordt wel of niet, maar maakt wel een doortastende indruk. Ze hecht de wond, om te voorkomen dat het een litteken blijft en geeft H een tetanusinjectie. Volgende week zaterdag terugkomen: hechtingen eruit en betalen. H ligt even op bed met een zakje met ijsblokjes [tegen het opzetten/dikworden van haar lip]. Ze is een beetje aangeslagen.

 

Vanavond restanten gegeten. Geen zin om nog uit eten te gaan. Lekker buiten zitten lezen. Er stak een verkoelend windje op. Ben begonnen met ‘Het meten van de wereld’ van Daniel Kehlmann. Zeer leesbaar, alleen wordt Alexander von Humboldt mij een beetje teveel als halve gare voorgesteld. Het hart van de schrijver ligt duidelijk meer bij Gauss.

Misschien herkent Kehlmann meer van Gauss in zichzelf. Alexander von Humboldt komt uit een heel ander milieu. Maar het kan ook een kwestie zijn van [verschil in] temperament.

 

ma 24/07

 

Misschien gaan we een dagje naar het strand. We moeten in elk geval geld opnemen en boodschappen doen.

 

Hoe het ging. Vanmorgen stond er een lekker windje. Na een korte zit zijn we boodschappen gaan doen. Dat vinden we leuk in de vakantie. Mijn Italiaans vertoont veel tekorten, maar die vallen het minst op in winkels, hotels en restaurants. Vanmiddag met veel plezier verder gelezen in ‘Het meten van de wereld’. Vooral de episode met de sidderalen is hilarisch. De schrijver laat zich laatdunkend uit over Goethe. Zijn moderne levensgevoel komt meer overeen met dat van Gauss, dan met dat van de coterie van Wilhelm von Humboldt in Weimar.

 

Vanavond pasta van Zoé gegeten, met twee soorten basilicum van Marijke. In geur was er een duidelijk verschil, ook in ‘structuur’, maar de smaak was dezelfde.

 

Woensdag gaan we naar Pesaro en omstreken. Eerst naar de Villa Imperiale en daarna naar een openluchtconcert in een dorpje ten westen van Fano: Purcells opera ‘Dido en Aeneas’ [zie gedicht Brodsky].

 

Het is een uur of acht en ik zit buiten te schrijven. Het stikt – ondanks de Deet – van de kleine vliegjes. Met Houdtje gaat het, niet geweldig, maar het gaat. De Meet gaat om half tien naar binnen. Die gore kleine rotvliegjes! Soms is de natuur mij wat te opdringerig. Vindt de natuur vast ook van mij.

 

di 25/07

 

Na een zeer zwoele nacht, waarin de temperatuur niet onder 26 graden kwam, vroeg opgestaan. Een dagje naar het strand. We gaan naar Senigallia, naar de ‘Bagni Mara’. Dat is een strand bij visrestaurant Da Carlo. We betalen 7,50 euro voor een hele dag parkeren. Daarmee vergeleken is de huurprijs van twee stoelen en een umbrellino [15 euro] heel redelijk. Da Carlo ligt verder zuidelijk langs de boulevard dan we denken en we moeten nog een flink stuk lopen. Wat ons duidelijk is, is dat de weg naar de boulevard ons nog steeds niet helemaal duidelijk is. Logische conclusie: Dick vragen!

 

Het is een prima dag. We lezen, zwemmen en gaan lunchen op het terras. Eén grote antipasta voor ons beiden en daarna een risotto van zeevruchten. Een fles Prosecco en een fles water. Dit is het beste wat je kunt doen op het heetst van de dag: uitgebreid, maar licht eten.

 

Na de lunch keren we terug naar de ligbedden. Dankzij de Prosecco zeilen we weg in een ontspannen slaap. Als we wakker worden, is het vier uur. We zwemmen nog een keer, laten ons opdrogen en keren terug naar huis. Het duurt even voordat we de weg naar Marotta vinden. Dick vragen!

 

We praten even na met D&M&S. Dick heeft het bezoek aan de Villa Imperiale voor ons gereserveerd onder de naam ‘Federico’. We eten het restant van de pasta en een fruitsalade. We besluiten binnen te blijven. H gaat even liggen. Haar lip herstelt zich goed, constateren ook D&M. Sidam is vandaag vrolijk en levendig. Il cane di tutti cani.

 

We gaan vroeg naar bed: H om acht uur en ik om half negen, en we slapen in één ruk door tot zeven uur.

 

wo 26/07

 

Dit wordt een bijzondere dag.

 

We vertrekken om 14.15 u naar Pesaro. We volgen de lange, lange weg naar het ‘centro storico’ en gaan op een gegeven moment [bij stoplichten] linksaf. Over het viaduct meteen rechts naar de Piazzale Carducci [een betaalde parkeerplaats]. We zijn aan de late kant, omdat we ook nog benzine moesten tanken. Om deze tijd is dat zelfbediening [incl. betalen].

 

Van de Piazza Carducci lopen we naar het toeristenbureau bij de boulevard. Er zijn veel meer liefhebbers dan ik had gedacht. Een groep Italianen op een soort kunstreis vormt de hoofdmoot. Daarnaast het tweetal onvermijdelijke Fransen en een stel jonge Belgen met twee ukkies. Dat is modern, je kleine kinderen overal mee naar toe nemen: naar het museum, naar een openluchtconcert. Je vraagt je af, voor wie doen ze het? Voor zichzelf of voor de kinderen?

 

Mij valt het bezoek aan de Villa Imperiale tegen. De groep is te groot, te divers en het is binnen te heet. Bovendien is de gids saai. H is het hier niet mee eens, zij vindt het heel mooi. Eigenlijk zijn er twee, onderling verbonden, villa’s. Er is een oude van Alessandro Forza [inderdaad, familie van Batista Sforza, de vrouw van de Duca] en een nieuwere van de Della Roveres. In de eerste vind je veel fresco’s van matige kwaliteit. In de tweede mooie [dak]tuinen.

 

Na terugkeer aan de boulevard, drinken en eten we wat in een ijssalon met airco. We lopen terug naar de Piazza Carducci. Vandaar rijden we naar Fano en slaan er af richting Fossombrone. In Cartoceto bezoeken we de delicatessenwinkel van Beltrami. Dit is een topadres voor olijfolie en pecorino di Fossa. Deze zaak exporteert over de hele wereld: naar Parijs, Londen, New York enz.

 

Op het terras eten we een antipasto van Italiaanse kazen en vleeswaren, met stokbrood, water en een fles Bianchello. [‘Drinkt u zoveel als u lust’]. Heel aangenaam. Daarna praat ik in mijn beste Italiaans van deze vakantie met de eigenaresse. De olijfoogst van het afgelopen jaar was te klein om de hoogwaardige Covo dei Briganti te kunnen maken.

 

We rijden snel door naar Mombaroccio. In de tuin van het palazzo op de top van de heuvel is een uitvoering van Dido en Aeneas. Er zijn nogal wat Nederlanders en verder Fransen, Zwitsers en Italianen. Het is een mooie uitvoering. Vooral het afscheidslied van Dido ontroert.

 

De weg terug is lang en taai. We komen kwart over twaalf thuis. H heeft flink tempo gemaakt. We drinken en eten nog wat. Morgen zien we wel.

 

do 27/07

 

Als het vandaag weer zo afschuwelijk drukkend is, blijf ik thuis. Veel slapen en veel douchen.

 

H vindt het lekker om ’s morgens – zo rond halfacht/acht uur – even een kwartiertje buiten te zitten. Ze heeft het net ontdekt. Haar lip herstelt goed. Ik noem haar ‘hot lips’en ‘Lippi’.

 

H is na de lunch gaan zwemmen in Marotta. Ik ben verder gaan lezen in ‘Eenrichtingstraat’ van Walter Benjamin. Een bijzonder boekje. Doet in de verte denken aan ‘Namens de dingen’ van Francis Ponge. Makkelijk te lezen is het niet.

 

Lekker gegeten bij La Locanda della Ravignana in Fratte Rosa. Tip van D&M. Tagliata con rucola, fossa en pomodorini [H en ik] met als contorni sperzieboontjes, kerstomaatjes, ui en basilicum en spinazie in boter. Een fles Nero d’Avola [Sicilie] en een fles water. Als dolce eten we een citroenrol in plakjes met fijne stukjes perzik [H] en een pannacotta met chocola [ik]. Met nog een espresso kost het 56 euro. Je kunt hier in Italië voor zo’n 50 euro heerlijk eten, inclusief een fles goede wijn. In Nederland ben je alleen aan zo’n wijn al een kleine dertig euro kwijt.

 

Na terugkomst nog even gekletst met D&M. Morgenavond eten we bij hen. Morgenvroeg gaan we naar San Leo. De route heen: Pergola-Cagli-Urbania [koffie]-San Angelo in Vado, San Leo zelf en ten slotte de Rocca.

 

vr 28/07

 

Bijtijds op en naar San Leo.

 

Het was vandaag verschrikkelijk heet. De lucht was [relatief] vochtig door een passerend (onweers)front. In SLiC heeft het heel even geregend, maar de zon bleef schijnen. In San Leo was er alleen een dreigende lucht, waaruit enkele spetters vielen op de voorruit. ‘Raindrops on my windshield/tears from heaven’.

 

Hoe het begon: we vertrekken om half negen. Het landschap tussen Pergola en Cagli is lieflijk, er ontvouwen zich mooie panorama’s. Hetzelfde geldt voor het landschap vlak voor Urbania. Heel mooi is de weg vlak voor San Leo. Het fort ligt uitgehouwen op een rots en lijkt er wel uit te zijn ‘vrijgemaakt’, zoals een beeld van Michelangelo uit het marmer is bevrijd. Dit is Montefeltreland. Hier heerste de jonge Duca.

 

Onderweg op een terras in Urbania: koffie met heerlijke soesjes. We komen graag in dit stadje.

 

Naar San Leo is het 114 km en we arriveren om half twaalf. We lunchen op een terras [heerlijk!]. Daarna met de auto naar het fort. Het is prachtig van architectuur. Het uitzicht is uitzonderlijk. Mij kan helaas de binnenkant/de inhoud van kastelen nooit zo boeien. Harnassen, wapentuig, martelwerktuigen, het zal wel. Hoe ze in zo’n kasteel leefden, zegt me ook weinig. Wat mij boeit, is de manier waarop ze hun gebied beheersten, waar ze versterkingen bouwden, hoe ze de kunst bevorderden. Wie strijd voerde met wie en om welk gebied. Prachtige kaart gezien, met het noorden links, en de parallel van de Apennijnen afstromende rivieren. Met daarop aangegeven – in het Latijn – de bekende plaatsen.

 

Het wordt bloedheet in de loop van de middag. We nemen dezelfde weg terug en stoppen weer in Urbania, waar we op hetzelfde terras twee keer een milkshake [frappe-fragola] en twee maal een halve liter water naar binnen slaan.

 

Thuis direct onder de douche.

 

Ik kan me voorstellen, dat je waanzinnig kunt worden van de dorst. Dat je niet meer kunt stoppen met drinken en dat het water uit je poriën spat. Dat je nog maar één ding wilt: op je rug gaan liggen, recht onder de kraan, mond open en je vol laten lopen. Een steeds dikker wordende pens, tot je knapt. Het beeld is onsmakelijk, maar ik kan het me voorstellen. Geobsedeerd zijn door dorst, alleen  nog maar aan één stuk door willen drinken: water, bier, wijn, koffie, cola, grappa, dondert niet wat.

 

Zo dadelijk worden we gefêteerd door M&D. Marijke maakt een ‘eenvoudige, maar voedzame maaltijd’, zoals zij zelf zegt.

 

Ik schrijf dit alles buiten. Het is half acht en het begint eindelijk iets af te koelen. Twee geluiden overheersen: een trekker met rupsbanden en een ploeg, en de tweespraak van [een] vogel[s], die ik niet ken, maar onmiddellijk herken. Het is een soort vink, denk ik en hij zingt net zo hartveroverend als een merel. [Het is een zwartkop/tuinfluiter]

 

Het eten was heerlijk. Vooraf een verrukkelijke gazpacho, een koude tomatensoep met o.a. garam massala, knoflook, slagroom en bieslook. Als hoofdgerecht kalkoenfilet met pesto, omwikkeld met rauwe ham. ‘Ingelegde’ courgette en een heerlijke gemengde sla met kerstomaatjes. En als toetje, citroenijs met kokos en chocoladebiscuits. Als aperitief een Prosecco en als witte wijn een Borgo Torre, een heerlijke Bianchello del Metauro. Ondertussen diepgaand gesproken over verleden, heden en toekomst. Om kwart voor één naar bed. Bomvolle dag.

 

za 29/07

 

Naar het Ospedale voor de hechtingen. Boodschappen doen en verder niets. Vandaag komen Leo en Pieta. Morgenmiddag komt er onweer met regen en hagel.

 

Het is bewolkt. Na de ‘onda di caldo’ van de afgelopen week is het zowaar plezierig.

 

We zijn tegen tienen in de Felliniaanse chaos van de Eerste Hulp/Chirurgie van een Italiaans ziekenhuis. Als H aan de beurt is, verwijdert een jonge chirurg efficiënt de hechtingen. Na nog enkele tips te hebben gekregen, staan we weer buiten. Nu snel boodschappen doen voor het weekend. We gaan naar onze favoriete groenteboer, bakker en naar de sjaggerijntjes van de SMA.

 

Na de lunch word ik door H getondeerd. Ik voel me Samson en doe een siësta. Om vier uur nadert een fors onweer. Het bliksemt en waait uit een snel naderende, donkergrijze lucht. Het wordt fris, maar het wil nog niet regenen. De lucht is nu egaalgrijs en het begint te druppen. Het ziet er naar uit dat dit overwaait. De natuur laat even zijn spierballen zien en is tevreden over zijn eigen show. In minder dan een kwartier is de lucht dichtgetrokken en weer opgeklaard.

 

Niet te snel, Meet! Achter ons blijft het nog een half uurtje dóórrommelen en weerlichten en nu valt er een rustige bui van vrijwel rechtstaande druppels. Regen op de buitentent. Dat gevoel. Nog even en het stopt.

 

Drie flessen witte wijn gekocht bij Dick. De Vigna S. Ilario [2005], dat is een Bianchello del Metauro van Fiorini; een Borgo Torre [2005], ook een Bianchello, maar van Morelli. En ten slotte een Verdicchio Classico van Sartarelli.

 

Om zes uur arriveren Leo en Pieta. De begroeting is uiterst kameraadschappelijk. We vinden het ontzettend leuk elkaar hier weer te zien. Met zijn zessen raken we in een uitgelaten stemming. Dit wordt beslist een bijzondere week.

 

Door de onweersbui is het nu redelijk koel, een verademing. H en ik eten kalfslapjes met groene paprika en zwarte olijven, citroen en brood. En een fles Borgo Torre. Het is lekker. Morgen maak ik een spaghetti met tomatensaus en zwarte olijven en kappertjes.

 

Volgens Marijke heb ik de Deet in de douchekop gedaan. Ik ben een grootverbruiker, de laatste der grote gifmengers. MaraMarkSanne gebeld bij Ineke in Heerenveen.

 

zo 30/07

 

Gisteravond vroeg naar bed gegaan en vanmorgen vroeg opgestaan. Ik word langzaam maar zeker een ochtendmens, wie had dat kunnen denken?

 

Houdtje vindt het heerlijk ’s morgens, als het nog koel is en stil, even buiten te zitten. Ze doet het vrijwel elke morgen. Ik moet altijd eerst iets eten en me wassen, voordat ik naar buiten ga. Als we samen buiten zitten te lezen, komen P&L naar buiten. We zijn – opnieuw – blij elkaar te zien. Ze kijken naar het litteken op H’s lip. Leo: ‘Het is nog mooier geworden dan het was!’ Subtiele humor.

 

Het is warm maar minder [lucht]vochtig en zo nu en dan waait het even. Het is daardoor beter uit te houden. Ik lees Calvino’s Memo’s. H leest het dagboek van Jan Wolkers. De eerste twee hoofdstukken lees ik geconcentreerd, het derde – dat ik al ken – oppervlakkig.

 

H en ik doen, op verschillende tijdstippen, allebei een dutje. Het is nu vijf uur en eigenlijk te warm buiten. Ik zit binnen te schrijven aan dit dagboek. Vanavond komen L&P bij ons eten.

 

We eten buiten. Marijke biedt het aan. Dick en zij gaan toch weg. We gebruiken de maaltijd ook om bij te praten. Ik probeer uit te leggen hoe het met me gaat: goed en niet goed, maar beslist beter dan het ging.

 

ma 31/07

 

Een dagje naar het strand.

 

We weten eindelijk de goede weg. We zijn vrij vroeg, tien uur, en parkeren in een zijstraat bij hotel Hollywood. We kopen een parkeerkaartje bij een tabacchi.

 

Tussen de middag lunchen we op het terras bij Da Carlo.

 

We zwemmen twee keer. In de verte drijven witte ballen die de grens aangeven van het veilige gebied. Tot daar kan ik lopen zonder kopje onder te gaan.

 

We vertrekken om 17.15 u, doen boodschappen in SLiC en als we thuiskomen zijn daar D en Sidammino. En de boer, hij ploegt voort.

 

De avond verloopt rustig. We voelen ons hier volkomen thuis. D&M hebben hun eigen ritme en houden daar ook aan vast. Ze zijn er voor iedereen, maar niet op elk moment. Zo hoort het ook.

 

Lang leve Sidam!

 

di 01/08

 

Geen vaste plannen. Volgens D kan het vanaf woensdag gaan onweren. Als het weer inderdaad slechter wordt, verandert dat onze plannen. We hebben een tocht naar Fermo en Civitanova min of meer uit ons hoofd gezet. Het is te ver.

 

L&P zijn gebeld door Lukas. De boot lekt. Lichte paniek.

 

Het lijkt vandaag koeler. Er staat meer wind. We gaan deze morgen naar Senigallia, het stadje zelf bekijken. Senigallia is een elegante badplaats. Langs het kanaal door de stad staan mooie palazzi met arcaden. Werkelijk heel mooi is het Foro Annonario, waar ook de vismarkt is. Daarachter ligt het plein bij het fort, waar het vooral ’s avonds heel druk is. Het fort zelf valt tegen, al heb ik er een syllabusje ‘geritseld’ over de geschiedenis van de Della Roveres.

 

 

intermezzo:

De dochter van Federico da Montefeltre en Batista Sforza heet Giovanna [‘La Muta’ op het schilderij van Rafael]. Zij is een intelligente, sterke vrouw. Zij trouwt met Giovanni della Rovere, de favoriete neef van [zijn oom] paus Sixtus IV. Federico, graaf van Urbino en leenman van de paus, wordt dan hertog en laat het schitterende Palazzo Ducale in Urbino bouwen. Als zijn enige zoon, Guidobaldo, in 1508 kinderloos sterft, komt de titel hertog van Urbino [en alle bezittingen] in bezit van de Della Roveres.

 

Een andere sleutelfiguur is paus Julius II, ook een neef van Sixtus IV [over nepotisme gesproken; denk aan het woord nipote], die abt is geweest in San Lorenzo in Campo. Hij is een houwdegen, die een nieuwe St. Pieter laat bouwen door Bramante, Rafael opdracht geeft de stanze te schilderen en Michelangelo slaat met zijn stok, als deze naar zijn zin niet genoeg opschiet met het beschilderen van de Sixtijnse kapel.

 

[[De hele geschiedenis staat uitvoerig beschreven in I Della Rovere [boekenkast], het standaardwerk dat ik twee jaar geleden kocht naar aanleiding van de tentoonstellingen in Urbino, Urbania, Pesaro en Senigallia.]]

 

Tussen de middag eten we iets bij La Meridiana aan de Piazza Roma, met het Palazzo Comunale en de Neptunusfontein. Het is een veelbekroonde gelateria/bar.

 

 

Daarna door de middaghitte naar huis. Daar waait het flink en is het veel koeler. De hemel raakt steeds meer betrokken. Het kon wel eens gedaan zijn met het drukkende weer. O ja, we hebben osteria Della Posta gezien. Het is in de Via Cavour. Daar willen we nog een keer eten.

 

Vanavond eten we thuis. Ik heb boodschappen gedaan en H het huis en de was. De kalfslapjes waren deze keer iets minder tenere [= mals].

 

Na het eten nog even aangeschoven bij D&M in de capanna. Ze zijn ons zo langzamerhand echt vertrouwd en onderling bestaat een oprechte, wezenlijke belangstelling. Ze proberen me een enorm hart onder de riem te steken. Ik ben aangenaam verrast. Lief is dat.

Daarnaast is er de plezierige ‘verbazing’ dat we elkaar nu al voor de vierde keer treffen, hier in SLiC. Datzelfde geldt voor L&P. Ook hen willen we niet meer uit het oog verliezen.

 

wo 02/08

 

Het woei hier gisteravond nog steeds. Vandaag kan het weer omslaan. We wachten af. D heeft voor ons gereserveerd in Della Posta.

 

Het is wisselend bewolkt en er staat een verkoelend briesje. De stroom is rond half negen uitgevalllen door een storing in de centrale. Als het waar is, is alles rond half drie weer in orde.

 

L&P hebben pech. Na de lekkage van de boot, die snel is verholpen, is P nu haar portemonnee kwijt. Zo gaat dat. Ongeluk is magnetisch.

 

Om half één gaan we naar binnen. Om half twee begint het flink te regenen. Grote druppels op doucheafstand. In dat ene uur, waarin ik even lui achteroverlig, is de hemel volledig bewolkt geraakt: een koufront. Het is in vijf minuten voorbij.

 

Later op de middag regent het nog een keer. Het is nu redelijk afgekoeld.

 

We gaan samen met L&P eten bij Della Posta. Het eten is lekker en het is gezellig. Er staat veel vis op de kaart en de Prosecco, een Chardonnay, is heerlijk. Na het eten slenteren we nog even door het centrum. Menukaart geritseld voor Dick.

 

Bij thuiskomst overleggen wij [vieren] nog even met D&M. We gaan morgen niet naar Donizetti’s Don Pasquale in Pesaro en wij nodigen hen vrijdag uit bij Pulcinella. Een ideaal adres om onze laatste avond te vieren. P&L gaan naar Cortona en wij naar huis.

 

do 03/08

 

We willen nog iets bijzonders doen. Maar wat?

 

Toch maar naar Civitanova naar de Picasso-tentoonstellingen. Het is buiten redelijk koel, maar dat blijkt niet te gelden voor de rest van de Marche. We rijden binnendoor naar Jesi en vandaar naar Osimo, een prachtige route. In Osimo drinken we koffie, maar er is markt en geen leuk terras. Ondertussen is het afschuwelijk benauwd geworden. Naar later blijkt de voorbode van onweer. Van Osimo gaan we naar de kust, naar Numana en Marcella. Daar lunchen we bij La Perla. Het is een chique strandtent met een schitterend uitzicht.

De antipasta completa is bijzonder en lekker. Ik kom een beetje bij van de hitte tijdens de rit vanaf Osimo.

 

Om half vier vervolgen wij onze rit over de kustweg naar Civitanova. De lucht wordt donkergrijs. Civitanova lijkt één lang industrieterrein. Een echt centrum met een haven en een mooi terras kunnen we niet ontdekken. Het is nog maar vier uur en de tentoonstelling opent pas om zes uur. Het begint nu ook nog te onweren en keihard te regenen en hagelen. Wat doen we hier? Ik ben het ineens zat en stel H voor om linea recta naar huis te rijden.

 

We rijden tot afslag Conera Nord door onweer, stortregen- en hagelbuien. Ter hoogte van Loreto [!] scheurt de hemel door een gevorkte donderslag. Daarna wordt het weer steeds beter. Om half zes komen we thuis. Ik ben moe, ga douchen en slapen en om half acht ben ik weer fit. Je kunt het ook overdrijven. We hadden moeten stoppen na La Perla.

 

Het is half negen. Het onweert nu ook hier. De regen krijgt meer en meer het karakter van een stortbui en het weerlicht rondom. Het lijkt erop dat het front is opgeschoven naar het noorden. Om half tien is de lichtshow afgelopen. Waterstroompjes ruisen hoorbaar de weg af.

 

vr 04/08

 

Laatste dag: koffer pakken-geld opnemen-boodschappen voor onderweg-afrekenen met D&M- kaarten posten. Het waait flink en het is fors koeler, maar de zon schijnt.

 

Boodschappen voor onderweg gedaan. Het is nu heerlijk van temperatuur en het uitzicht is glashelder. Je kunt de zee zien en de Monte Conero, die als een Etna [mongibello] het landschap domineert. Dichterbij is het de Monte Catria, die boven alles uitsteekt. De onverharde wegen zijn ‘gerampenneerd’, vooral de zijkanten. Het zijn ook afvoergeulen voor het regenwater.

 

H gaat nog één keer naar de kust [Marotta], afscheid nemen van de Adriatische zee. Er staan hoge golven, er hangt een rode vlag en ze mag niet zwemmen. Ik blijf thuis en herlees Brodsky’s De herfstkreet van de havik. Het is zo’n graad of 23, er staat een beetje wind. Mijn favoriete weertype.

 

P&L zijn  naar Jesi. De portemonnee is teruggevonden!

 

Vanavond gaan we met zijn zessen eten bij Il Teatro.  Pulcinella zit zo vol als een sardineblik. De koffers zijn gepakt. We willen bijtijds weg. Bij mij heeft afscheid nemen wel wat van een vlucht naar voren.

 

Het eten bij Il Teatro is bijzonder. P&L zijn er al. Leo lijkt op Mick Jagger en wij zeggen tegen de dienstertjes dat hij Mick’s broer is. De sfeer is uiterst ontspannen en vriendschappelijk. Het eten is ook niet alledaags. De kaart vergt een speciale studie en het is mooi dat M&D ons kunnen adviseren.

We beginnen met een ‘assagia’ van crostini. Eén van de soorten beleg kan M niet erg bekoren, het is een witzilverig spek uit Toscane, dat Leo en ik met smaak verorberen.

 

Daarna wisselen we met zijn zessen alles uit: tagliatelle met funghi porcini, een [fantastische!] saltimbocca a la romana, met flinterdun kalfsvlees, tagliata [zonder rucola, maar met courgette]. Als contorni eten we betola [bietenloof] met cichoria en gebakken aardappeltjes.

 

De toetjes zijn hoogst origineel en lekker. We drinken er Verdicchio [Le Vaglie] bij. Maar meer nog dan het eten zelf, de smaken, de geuren, de kleuren, is het de harmonieuze stemming die ons overrompelt. Op naar het lustrum!

 

Na afloop wandelen we nog even door Senigallia. Met de bolide van D&M teruggereden. Al afscheid genomen van L&P en op het eind van de avond ook van Sidammino.

 

za 05/08

 

Om 07.15 u vertrokken. Het is koel en het waait enigszins. Voor de reis is dit ideaal, maar hoe zal het zijn in de Povlakte?

 

Tot Modena is er geen vuiltje aan de lucht. We kunnen lekker doorrijden. We voelen mee met al die mensen die vandaag naar het zuiden gaan. Zij staan in tientallen kilometers file. Bij Modena moeten wij voor het eerst langzaam rijden. Het echte probleem ontstaat vrij snel daarna. Van Verona tot San Michele, dat wil zeggen over de volle lengte van het Gardameer en nog een stuk, staan we in een file. Vier uur lang stilstaan, optrekken, een stukje rijden enz. Er zit weinig verstand in een massa, vooral in een massa autorijders. Als je je snelheid aan elkaar aanpast, schiet je meer op dan wanneer je meteen, zodra je ook maar even kunt doorrijden, op elkaar afstuift. Op die manier schuif je de hele rij zo weer in elkaar.

 

Ondertussen is het buiten vreselijk broeierig. Toevallig zit ik achter het stuur. Na afloop ben ik tamelijk geradbraakt. Het is een prima auto, maar geen Mercedes.

 

Aan de noordflank van de Alpen begint de bewolking samen te trekken. Tot Memmingen regent het. We hebben de kortere en nieuwere weg genomen [de nummer 7]. Na 750 km komen we [om half negen] aan Im Weisses Ross. Snel gewassen, omgekleed en lekker gegeten. H zanderfilet en ik saltimbocca. H een yoghurttoetje met vruchten en ik chocolade/notenijs. H drinkt een glas Chardonnay en ik een Spätburgunder.

 

Om half elf liggen we voor pampus.

 

zo 06/08

 

Na een kostelijk ontbijt, vertrekken we rond negen uur. De terugreis verloopt alleszins redelijk. Enkele kleine vertragingen, nauwelijks de moeite. Om half zeven en na 1550 km komen we heelhuids thuis. Ik schrijf dit, terwijl op de tv Zomergasten aanstaat.

 

Onze ogen moeten nog even wennen aan de kamer en aan de verhoudingen. Alsof we nog even moet scherpstellen. Toe-eigenen, dat is het woord.

 

Basta cosi.



© 2015 Sjoerd van Meteren
top