‘Mijn landschappen zijn ook portretten”
Tussen zijn twintigste en zijn veertigste waren portret en figuur zijn hoofdthema. Het maken van een landschap was een groter probleem dan het schilderen van een portret. ‘Het landschap was een natte droom.’ Als hij ontdekt dat het landschap ook een portret is, vloeit het samen.
Als ik vraag waarom het een probleem was, zegt hij: ‘Daar hebben we nu precies de vraag waar het allemaal om draait. Ik sta problematisch tegen over het schilderij, snap je. Tot dat soort schilders behoor ik. Ik weet dat ik tegenover een landschap een totale motivatie moet hebben.’ Ter verduidelijking: “Nou, dat ik met het landschapsontwerp alles zeg: heden, verleden en toekomst. Ik bedoel er hetzelfde mee als waarom een portret interessant is. ‘Zie, een mens!’ wordt dan: ‘Zie, een landschap!”
In zijn ogen bestaat het landschap niet meer in de schilderkunst, net zo min als het portret en de figuur. Daarvoor is er in de beeldgeschiedenis te veel gebeurd: ‘Van Gogh heeft geleefd, de fotografie is uitgevonden en Mondriaan heeft bestaan.’ Zij hebben hem de opdracht gegeven net zo met het landschap om te gaan als zij.’ Hoe dan? ‘Als predikers. Mondriaan kun je een prediker noemen, Van Gogh ook. Ik bedoel dit totaal niet christelijk. Het staat dichter bij de heiden die naar de dikke boom ging en vroeg of hij nog een dag mocht leven.’
Ook in zijn opvatting van het landschap is hij geen gelijke tegengekomen. Toen hij nog jong en naïef was, vroeg hij zich dat niet af, maar later is hij zich intensief gaan bezighouden met de vraag, hoe een naar zijn opvattingen gemoderniseerd landschap te maken. ‘En toen die rietkraag opdoemde in mijn denken en het helemaal verantwoordde vanuit oosterse denkbeelden, had ik het.’
Eerder vertelde hij al eens over een Chinese kunstenares, die zijn drijfveren volkomen begreep. De elegante lijnen en de sobere vormentaal van zijn compositie, de manier waarop hij de ruimte verbeeldt, zijn grote gevoel voor de psychologie van landschap en mens – in dat alles is hij sterk verwant met Chinese en Japanse schilder- en prentkunst. Als je sommige prenten van Hiroshige of Hokusai bekijkt, zie je dezelfde poëzie. De landschapsbeleving van het – Japanse – platteland, waarin het weer, het seizoen en de plantengroei een grote rol spelen, zorgt voor eenzelfde, bijna meditatieve atmosfeer.